spreekbeurt

Discussie in 'Electro vliegtuigen' gestart door jefke8345, 5 apr 2011.

  1. jefke8345

    jefke8345

    Lid geworden:
    15 mrt 2011
    Berichten:
    24
    Locatie:
    geel belgie
    :confused::eek:spreekbeurtje
    wie kan me een beetje helpen aan dingen die te maken heben met modelbouw vliegers
     
  2. ketnet

    ketnet

    Lid geworden:
    30 dec 2007
    Berichten:
    1.251
    Locatie:
    Brugge (Belgie)
    waarover wil je het hebben?

    helis?
    vliegtuigen?
    zwevers?

    materiaal waaruit de toestellen zijn gemaakt?

    gebruikte setups: digitaal of analoge servos?

    zendermateriaal en gebruikte radiofrequenties (2,4ghz of 35mhz band)
    aandrijving: electro of verbrandingsmotor?

    waar er gevlogen wordt? over clubs en verenigingsleven?

    groeten!
     
  3. jefke8345

    jefke8345

    Lid geworden:
    15 mrt 2011
    Berichten:
    24
    Locatie:
    geel belgie
    Vliegtuigen
     
  4. plotterwelt

    plotterwelt

    Lid geworden:
    5 aug 2006
    Berichten:
    15.627
    Locatie:
    Oss
    Je bent toch net gecrasht .

    Daar kan je een spreekbeurt over maken hoe je niet moet beginnen met modelvliegen .:D

    Je spreekt dan uit eigene ervaring.;)

    Mvg Johan
     
  5. p@ul

    p@ul

    Lid geworden:
    12 mei 2010
    Berichten:
    975
    Ik heb mijn spreekbeurt een jaar geleden ook gehouden over modelvliegen ik kan hem helaas niet meer vinden.

    ik weet nog wel dat ik wat vertelt had over:

    • beginners
    • servo's/ontvanger/zender
    • verschillende soorten modelvliegen
    • figuren vliegen
    • hoe de roeren werken
    • het bouwen
    • clubs

    ik heb daar dan zelf een verhaaltje bij bedacht met een mooie powerpoint.

    En als je nog wat wilt vertellen over de geschiedenis van modelbouw:

    vrij) korte geschiedenis van vliegtuigmodelbouw
    - de eerste echt vliegende vliegtuigmodellen ontstonden in de tijd dat men al fullsize vliegtuigen probeerde te bouwen, maar die nog niet konden vliegen, dus rond 1900. Zwevers stelden nog weinig of niets voor, er was ook geen manier om modellen hoog genoeg te krijgen om ze een beetje te laten zweven. De eerste succesvolle modelvliegtuigen werden aangedreven door een rubbermotor, een opgedraaide elastiek die de propeller aandreef (in die tijd meestal een duwpropeller). De kwaliteit van het rubber was nog niet geweldig. Vaak werd aan repen gesneden binnenband gebruikt. Vluchten van langer dan 10 seconden waren al heel goede vluchten! Zodra modellen langer dan enkele seconden of meters konden vliegen ontstonden wedstrijden.

    - Rond de eerste wereldoorlog profiteerde de vliegtuigmodelbouw van de ontwikkelingen in de echte vliegtuigbouw. Men begon zwevers te ontwerpen die echt goed vlogen en van een heuvel af werden gegooid of aan een lijn werden opgetrokken. Ook rubberaangedreven modellen gingen steeds beter vliegen, ook binnen, indoormodellen. Er werden al wel vluchten van meerdere minuten gemaakt. Er werd geexperimenteerd met de eerste motoraandrijvingen: persluchtmotoren, CO2 en zelfs stoom, maar kleine verbrandingsmotoren waren nog niet op de markt. In de jaren 20 werd wel de eerste dieselmotor (compressieontbrandingsmotor) gepatenteerd door E. Thalheim in Zwitserland, maar door het patent mocht niemand anders die bouwen en hij bouwde er maar een handjevol voor opdrachtgevers.

    - in de jaren '30 lukte het de eerste kleine benzinemotoren te bouwen. Die werden al snel ook in vrij vliegende modelvliegtuigen gebruikt. Een pionier was de Engelse Colonel Bowden. De motoren waren echter erg duur, dus het grootste deel van de modellen waren zwevers of rubberaangedreven modellen. De serieuze wedstrijdklassen waren de Nordic klasse voor zwevers (nu A2) en de Wakefieldklasse voor rubbermotormodellen. Ook werd geexperimenteerd met de eerste radiobestuurde modellen. Doordat er buizen en zware batterijen gebruikt moesten worden en dat allemaal duur was, was dit alleen maar voor een enkeling weggelegd. Modellen werden gebouwd van vurenhout en triplex en bekleed met zijde en werden gewoonlijk van tekening gebouwd. Die werden gepubliceerd door uitgevers van als paddestoelen uit de grond schietende modelbouwtijdschriften, maar al snel zijn er ook bouwdozen op de markt.

    - In de tweede wereldoorlog werd balsa ontdekt als ideaal modelbouwmateriaal. Daardoor kon met kleinere modelvliegtuigen worden gevlogen waarvoor steeds vaker tissue (papier) als bekledingsmateriaal werd gebruikt. Omdat de motoren beter liepen en minder heet werden werd in Amerika vlak na de tweede wereldoorlog vaak methanol als brandstof gebruikt in plaats van benzine als brandstof. Omdat minerale olie wel oplost in benzine, maar niet in methanol wordt in de nieuwe brandstof wonderolie als smeermiddel gebruikt. Bij toeval ontdekte Ray Arden in de VS het principe van de gloeiplug, zodat bougie-ontsteking niet meer nodig was. De methanol/gloeiplugmotor zoals wij die kennen was ontstaan. Eind jaren '40 werden ook steeds meer dieselmotoren gebruikt, vooral in Europa. Het patent van Thalheim was inmiddels afgelopen. Jim Walker in de VS verspreide het lijnbesturingssysteem met een tuimelaar, twee dunne staaldraden en een handvat. Hij claimde patent, maar later bleek dat het in 1937 al was ontwikkeld door Oba St. Clair in de VS.

    - In de jaren '50 bleef het grootste deel van de modelvliegerij vrije vlucht, zweef, rubberaangedreven of met een motortje, of lijnbesturing. Radiobesturing bleef duur, zwaar en ontbetrouwbaar, maar steeds meer mensen bouwden hun eigen afstandsbesturing, waar boeken en bouwpakketten van te krijgen waren. Meestal waren dat éénkanaalsbesturingen. Alleen het richtingsroer werd bestuurd. Dat werd gedaan via een escapement in het model, dat werd aangedreven door .... een opgedraaide elastiek. Motoren hadden nog geen gasregeling, geen carburateur dus, en liepen van begin tot eind van de vlucht even hard. De meeste modelbouwspullen in ons land kwamen uit Engeland (Veron, KeilKraft) of Duitsland (Graupner, Robbe). De meeste (diesel)motoren die in ons land werden gebruikt kwamen uit Duitsland, met name Webra, maar ook Taifun, of een van de vele merken uit Engeland, maar dat was hier moeilijker verkrijgbaar.

    - In de jaren '60 kwam de transistor en oplaadbare accu's en daardoor werd radiobesturing veel betrouwbaarder en vooral lichter, maar duur bleef het wel. De meerkanaals (multi) besturing ontstond. Modellen werden nu niet alleen op richting, maar ook op hoogte en rolroeren bestuurd. Er kwamen betrouwbare carburateurs, zodat ook het gas geregeld kon worden. Steeds meer mensen gingen radiovliegen, wat vrije vlucht en lijnbesturing langzaam verdrong als belangrijkste vormen van modelvliegen.

    - In de jaren '70 was radiobesturing zo langzamerhand volwassen en de belangrijkste vorm van modelvliegen. Eerst was dat op de 27 Mc, maar door het vele gebruik van 'bakkies' (Citizen band) was er vaak storing. Er kwamen steeds meer motoren uit andere Europese landen op de markt (Italie, Super Tigre en Oostenrijk, HP), maar vooral uit Japan, met name OS en Enya. Er kwamen krimpfolies met lijmlaag op de markt die met een strijkijzer aangebracht konden worden, waardoor de traditionele bespanning met papier en afwerking met spanlak en verf steeds minder voorkwam. Motoren hadden tot dan toe vrijwel altijd zonder demper gedraaid, maar dat kon toch echt niet meer en voor nieuwe motoren werd steeds vaker een demper verkrijgbaar. Er wordt steeds minder van tekening gebouwd en steeds meer uit bouwdozen. De modelbouwmarkt werd beheerst door Graupner en Robbe. De standaard radio trainers zijn de Robbe Charter en de Graupner Taxi. De eerste radiobestuurde helicopters worden gebouwd. Het er mee vliegen is echter zeer moeilijk omdat er nog geen giro's gebruik werden. Vrije vlucht en lijnbesturing werd door de meeste radiovliegers als iets voor kinderen en beginners gezien, voor wat lijnbesturing betreft waarschijnlijk door de in de speelgoedzaak verkrijgbare kant en klare lijnbestuurde modellen van plastic met een 0,8cc brandstofmotortje van Cox. Toch is het onterecht vrije vlucht en lijnbesturing zo af te doen. Een handvol die-hards bleef deze interessante klassen beoefenen en op internationaal wedstrijdniveau werden er zeer hoge prestaties mee geleverd. Vrij vliegende indoormodellen van minder dan 2 gram met rubbermotor blijven bijna een uur in de lucht in grote hallen.

    - In de jaren '80, met de komst van de NiCd cellen werd electroaandrijving een realiteit. Ook kwamen er betrouwbare en betaalbare viertaktmotoren op de markt, waardoor niet te veel lawaai hoefde te worden gemaakt. Dieselmotoren waren echter volledig uit de winkels verdwenen. Voor afstandsbesturing van vliegtuigen werd overgestapt van de 27 naar 35 Mhz, waardoor er geen storing meer was van bakkies. Voor vleugels werd steeds minder gebruik gemaakt van een opgebouwde constructie van vuren liggers en balsa ribben. Steeds vaker werden vleugels met een hete draad gesneden uit piepschuim en daarna bekleed met dun balsa. Voor rompen werd steeds vaker kunststof gebruikt, ABS, of glasvezel met epoxy. Helicopters worden een steeds gebruikelijker gezicht op het modelvliegveld. Bij lijnbesturing worden Nederlanders wereldkampioen bij teamrace en combat.

    - In de jaren '90 werd er steeds meer electro gevlogen. Het edele handwerk van het modelBOUWEN raakte op de achtergrond omdat er steeds meer (bijna) kant en klare modellen uit Azie op de markt kwamen, de Almost Ready to Fly (ARF) modellen. De ontwikkelingen waren zo dat er ook binnen in sporthallen met electromodellen kon worden gevlogen. Voor de bouw werd daarbij steeds meer piepschuim gebruikt. Buiten ging de trend juist naar steeds grotere modellen, waarvoor voor het eerst sinds tientallen jaren weer benzinemotoren gebruikt werden, tot wel enkele honderden cc's. Brokken bij de eerste vluchten worden voor een groot deel voorkomen doordat aspirant vliegers met een simulatieprogramma kunnen oefenen op de computer thuis. Alleen oude radiovliegers weten nog iets van vrije vlucht, rubber, lijnbesturing, diesel, papier en spanlak (maar er zijn tot op heden nog steeds beoefenaars van die oude takken van modelvliegen!). Vooral in het buitenland echter ontstaat interesse in oude vrije vlucht ontwerpen met brandstofmotor uit de jaren '30, '40 en '50, die worden dan echter vaak van electroaandrijving en radiobesturing voorzien.

    - Kort na de eeuwwisseling zorgt het Chinese GWS voor goed bruikbare en goedkope indoorvliegspullen, waardoor het indoorvliegen in korte tijd heel erg groeit. Voor de modellen wordt veel gebruik gemaakt van depron, een voor de indoorvliegerij handiger schuim dan piepschuim. Snel daarna komen er weer nieuwe ontwikkelingen, vooral in de indoorvliegerij, het gebruik van carbon (koolstofvezel) staafjes en buisjes als lichte en sterke liggers, LiPo-accu's die veel lichter waren en grotere capaciteit hadden dan NiCd en NiMh, borstelloze motoren die in vergelijking met de oude motoren met koolborstels vrijwel niet meer sleten. Voor outdoormodellen wordt EPP schuim ontdekt als vervanger voor piepschuim. Het is veel steviger en hoeft niet afgewerkt te worden voor electromodellen. De Multiplex Easystar van EPP is bijna de standaard trainer geworden. Er komen zelfs bruikbare, maar nog wel vrij dure, straalturbine motoren op de markt voor echte straaljagers. Sinds enkele jaren is er ook eindelijk vliegend speelgoed, electro aangedreven en radiobestuurd, op de markt dat écht vliegt en veel kinderen kennis laat maken met modelvliegen, maar wat ook door volwassenen erg leuk gevonden wordt. De X-twin, een vliegtuigje van 22 gram en de Pico-Z, een met infrarood bestuurd helicoptertje dat nog lichter is dan de X-twin, beiden van het chinese merk Silverlit, zijn echte hits.
    Inmiddels vliegt denk ik meer dan de helft van de modelvliegers niet meer met brandstof, maar met electromodellen. De markt wordt bovendien beheerst door ARF's. Er zijn erg veel modelvliegers die nog nooit een model zelf hebben gebouwd. Bespanpapier en spanlak is nog maar in een enkele modelbouwzaak te koop. Er wordt echter nog steeds aan lijnbesturing en vrije vlucht gedaan en in de modelbouwwinkels is nog steeds balsa te koop, maar voor hoe lang


    veel succes
    grt paul
     
    Laatst bewerkt: 5 apr 2011
  6. pascall

    pascall

    Lid geworden:
    8 mrt 2008
    Berichten:
    1.547
    Locatie:
    Zeeland
    Zo, jij heb goed je huiswerk gedaan, toppie!!!!!!
    Nu maak je het hem wel heel gemakelijk!

    Mvg Pascal.
     
  7. ron van sommeren

    ron van sommeren Forum veteraan

    Lid geworden:
    31 aug 2002
    Berichten:
    29.330
    Locatie:
    halverwege Tiel & Nijmegen, tussen Maas & Waal
  8. Fotor

    Fotor Forum veteraan

    Lid geworden:
    10 sep 2006
    Berichten:
    5.921
    Locatie:
    Hillegom
    Beste Jeffke,
    Volgens mij is het doel van een spreekbeurt dat je actief op zoek gaat naar informatie. Eerst moet je bepalen waar je het ongeveer over wilt hebben, dan ga je lezen over dat onderwerp en dan kristalliseren de exacte onderwerpen zich vanzelf verder uit. Je vraagt nu min of meer een kant-en-klare spreekbeurt (en vervolgens krijg je die nog opgelepeld ook!), dat lijkt me niet de bedoeling.
    Het valt niet mee om nuttige info te zoeken op internet, waar zoveel te vinden is. Maar dat leren is juist het doel van die spreekbeurt! Tuurlijk is ook het kunnen presenteren belangrijk, maar de zoektocht naar info is volgens mij nog belangrijker. Kom op, ga gewoon lekker veel lezen over deze mooie hobby. Niet vragen 'geef mij eens veel info', zo werkt het niet. De wereld komt niet altijd vanzelf naar jou toe, jij moet ook de wereld in kunnen duiken.

    Succes met lezen en je spreekbeurt.
     

Deel Deze Pagina