Ass. Bouw Zeven Provinciën 1:10 Bataviawerf

Uitgaande van het zelfde naai patroon als bij de Batavia dient volgende basis schema
.

 

Even wat van de gebruikte maatvoering.

Amsterdamse duim 25,73 mm

Amsterdamse voet 283 mm
(11 x 25,73 = 283,030)

Amsterdamse El 68,8 mm
(26,75 x 25,73 = 688,278)

7x genaaide kleden (1:1) 5094 mm
(is 18 Amsterdamse voet)



De maatvoering bij de 7 Provinciën is aangegeven dat 7 aan elkaar genaaide kleden 18 Amsterdamse voet breed is. Dat komt neer op 504,9 cm (1:1).

Schaal 1:10 wordt dit dus 50,49 cm. Delen door 7 is dit per genaaid kleed een werkende breedte van 72,7 mm.
Om dit te verkrijgen dienen er banen van 85 mm afgetekend te worden tekens met een rand van 10 mm welke voor de naden gebruik worden. 85-10 = 75, maar er komt nog een 'opstaande' naad bij zodat er ongeveer 73 mm per kleed overblijft.

 

Zo beter? Klopt, stond op privé. Sorry. Maar bedankt voor de tip.

 

En toen begon het te steken...

Na bewerken met stijfsel door Aemiele dient eerst de lap stof gestreken te worden. Hierdoor blijft de stof ook enigszins aan de werktafel 'plakken'.
Nu kunnen de lijnen op de juiste afstand worden afgetekend zonder dat de stof 'wegloopt'.

 

Nu wordt de stof op de eerste afgetekende lijn omgevouwen.

 

Nu de tweede lijn omvouwen op de eerste potlood lijn.

 

Nu het te naaien zeil vastzetten met de zeilhaak aan een vast punt. (zoals een zelmakersbankje). Aangezien dit toch vrij dunne stof is gedaan met een stevige naald door de stof en daar de zeilhaak aan gehaakt.



De naald door de draad heen steken nadat een lus om de naald is geslagen. De naald geheel door de draad steken en vast trekken.
Men naait nu met een enkele draad, dit geeft in verhouding het beste resultaat.

 

De naald nu recht, dus haaks, door de stof steken, de beide plooien nu aan elkaar vast zetten. Dit op ongeveer 1 mm van de rand.



Opnieuw aan de voorkant insteken op ongeveer 2,6 mm na de vorige steek.
Dus nu krijg men 3 a 4 steken per cm.



Dat dit niet precies op schaal is klopt, maar het resultaat is nu wel een mooi en zichtbaar rond gestikte naad.

 

Dit nu op de totale hoogte volhouden.



Maar dan zijn we nog niet klaar met deze naad.

De stof omdraaien en weer omvouwen.

Nu weer met de ronde steek de hele hoogte vast stikken.

Wordt vervolgd.

 

De kleur is niet wit en niet beige. Zit er een beetje tussenin. Door inderdaad andere belichting lijken het verschillende kleuren.
Denk dat deze het er meest op lijkt.

 

Daar had hans ook last van (duiven....)

 

Voor het tekenwerk van de werkboot en sloep ben ik maar eens in de boeken gedoken. De meest uitgewerkte tekening die ik heb is de werkboot van Otte Blom. Volgens hem werden er op de oorlogsschepen meestal geen sloep meegenomen. Ik neem aan dat de werf er wel 1 wil maken.
Daar moet wel uit te komen zijn denk ik. Er zijn nog meer bronnen en over het algemeen is de grootte van een sloep 4/5 van die van een werkboot. En de werkboot is net zo lang als het schip breed is. Dat zou voor de 7P 43 voet zijn. Otte Blom tekent echter een sloep van 36'4" Na enig zoeken bleek dit vanwege de lengte van de kuil. Die is ca. 37'
Volgens G.C. Dik komen een werkboot van 32'-37' en een sloep van 24'-28' in aanmerking. Heeft de werf nog maten in gedachten?
Ondanks dat de tekening van Otte Blom zeer uitgewerkt lijkt, is de maatvoering nogal beperkt. En dikke lijnen en zware arceringen maken het opmeten lastig. Ik probeer de maten nu te herleiden naar voeten en duimen.
Ook komen de lijnenplannen niet helemaal met elkaar overeen. De dwarsdoorsnede is weer wat anders getekend.
Ik had ook tekeningen van Cor Emke. Maar deze is anders dan die van Otte Blom. Bij blom is er een kiel met aan beide zijden een vlakke bodem. Bij Emke is er geen kiel, maar is de bodem dikker en rusten de stevens direct op die bodem. Dit lijkt gebaseerd te zijn op de sloep van de Vasa. Dus ga ik voorlopig Blom volgen. Om alles een beetje in beeld te krijgen maar besloten het na te maken en er al doende achter komen wat de correcte lijnen e.d. zijn.





De kiel en stevens zijn aan elkaar gelijmd en voorzien van leggers (buikstukken) Daar zit kolsem (binnenkiel) overheen. Ik ben nu bezig met het vlak. Daar moet nog een sponning voor in de kielbalk maken. De achterste legger moet aangepast worden. die moet al omhoog gaan draaien. En ik heb m'n twijfels over de achtersteven. Die heeft nu een zeeg aan de roerzijde, maar volgens de literatuur werd deze in de tijd van de 7P recht uitgevoerd.
Tips, opmerkingen en informatie zijn zeer welkom.

 

Je hebt er een hele studie van gemaakt, indrukwekkend! Ik heb geen op of aanmerkingen, maar kijk vol bewondering uit naar meer

PS: pas maar op dat Dirk je niet met het boek van Witsen om de oren gaat slaan, die zal er ook wel een andere versie op na houden...

 

Ik ben ook erg onder de indruk.
Paul

 

Wederom top Erik! En denk aan de © !

 

Zolang ik Otte Blom als voorbeeld gebruik ga ik me daar niet druk om maken

 

sloepen niet makelijk want je moet eerst al weten wat voor sloep je aan het maken bent.
witsen geeft 7 verschillende soorten sloepen op dus moet je gaan kiezen welke je neemt.

ze gaan van 32 tot 56 voet lang maar de meeste zijn rond de 42 voet.
op de oorlogs schepen stonden denk boten.

een bekwame boot 32 voet over de stevens 8 voet en 9 duim breed
voorsteven hoog 6 voet 5 duim valt4 voet 9 duim
achtersteven hoog 5 voet 9 duim valt1 voet 10 duim

dit zijn de begin maten maar er staat nog heel veel van maten bij ik zal zaterdag het boek wel mee brengen kan je zelf eens zien.

 

Graag. Ik heb wel wat informatie van Witsen en van Yk en wat afbeeldingen, maar zoals gezegd is er aardig wat keuze. Ben nu aan het puzzelen op de spanten. Daar stond een mooie kromme getekend, maar ik vroeg me af hoe ik de overnaadse planken hier op aan moet sluiten. Een sloep tekening van de Vasa bood uitkomst. De gele lijn is de lijn van het lijnenplan. Waar de planken elkaar overlappen liggen ze op de lijn.



Ik denk dat ik eerst maar gebogen spanten maak en deze plaats zodat ik de loop van de beplanking kan bepalen en dan de vertanding er in vijlen. En nog kijken hoe dit bij de stevens gaat. Blom tekent daar een sponning zonder vertanding. Ik heb ook een paar foto's gezien waar de overnaadse beplanking overgaat in een vlakke aansluiting. Nog genoeg te uit te zoeken dus.

 

Bijboten

In het boek van A.J. Hoving en A.A. Lemmers De achtiende- eeuwse scheepsbouwers en hun ontwerpmethoden in tekening gebracht.
wordt aangegeven een evenredige proportie voor een boots en een saloepen.

n.l. als een schip 40 voet wijd is op de buitenkant van het berghout dan zal de [BOOT 4/5 gedeelte zijn van 40 voet.
Dus de wijdte van de 7P is 43 voet 4/5 deel is 34,4 voet lang voor de boot

voor de wijdte van de boot voor iedere voet lengte 3 1/2 duim en tot deholte 1/3 van de wijdte

Een sloep was 1/5 korter

In het boek DE 7P van Dik staan maten aangegeven voor sloepen en boten
bovenstaande maat valt hier keurig in.

 

Bijboten

Eagter Ik heb je verhandeling over de boot en sloep gelezen en kom met dezelfde gegevens.
Natuurlijk willen we op de werf beide boten bij het model! Maar is dit voor jou te realiseren ? een lengte van 34 voet x plm 30 cm is al gauw ruim 10 meter op een schaal van 1: 10 is dit dus een meter.
Wij kunnen je wel hout aanleveren.

Dit geld ook voor de andere heren die nog op hout van ons wachten, opsturen geeft een beetje een probleem ik heb al wel een en ander klaarliggen