Hallo scheepsbouwers.
Dit wordt de zoveelste keer dat ik probeer wat tekst en foto´s hier neer te zetten. Inmiddels heeft me dit al ruim 24 uur gekost en komt er inmiddels rook uit m´n oren en vuur uit m´n ogen. Maar ik geef het niet zo gauw op, al gaat het verhaal nu een stuk korter worden dan dat het was toen ik ineens alles kwijt was omdat bleek dat ik niet meer ingelogd was.
EN OOK DITMAAL GING HET NIET HELEMAAL GOED want enkele foto´s willen er gewoon niet in ONDANKS DAT ZE BINNEN DE GESTELDE MATEN ZIJN. Maar jammer dan !!
Nou daar gaat ie dan.
Zeesleper Hector
Geschiedenis:
In 1958 liet N.V. Bureau Wijsmüller uit IJmuiden 3 nagenoeg identieke sleepboten bouwen bij 2 verschillende werven. Dat werden de "Hector", de "Nestor" en de "Stentor"
De Hector en de Nestor werden gebouwd bij JONKER & STANS te Hendrik Ido Ambacht en de Stentor bij Machinefabriek & Scheepswerf Fa. A.van Bennekum.
Na langdurig verblijf in Libië werd de "Hector" in 1982 vervlagd naar de Nederlandse Antillen en kreeg als thuishaven Willemstad.
In 1983 werd de sleepboot verkocht aan de Griekse sleepvaartreder Loucas G. Matsas te Piraeus. Voor deze eigenaar kwam de sleepboot in de vaart als "Amazon" en was in 2005 nog steeds in actieve dienst.
De "Nestor" werd in 1981 verkocht naar de Kaaiman Eilanden en bleef varen onder dezelfde naam.
De "Stentor" werd ook in 1981 verkocht naar de Kaaiman Eilanden en werd herdoopt in G.O.R. FLEET No 7. Op 4 januari 1984 gezonken in slechte weersomstandigheden nabij Progreso, Yucatan, Mexico.
Technische gegevens HECTOR:
Eigenaar
NV BUREAU WIJSMULLER
bouwjaar
1958
gebouwd bij
JONKER & STANS te Hendrik Ido Ambacht
bouwnummer
282
machinevermogen
1200 ipk in 1969 opgevoerd tot 2150 ipk
Machine
2x 2tact enkelw. 8cil. BOLNES dieselmotoren
Snelheid
12 knopen
trekkracht
17 ton
bruto register
192 ton
lengte over alles
30,19 m
lengte tussen loodlijnen
28,31 m
breedte
7,82 m
holte
4,00 m
diepgang
3,08 m
De Nestor in de oorspronkelijke typische kleurstelling van Wijsmüller, maar niet langer in de oorspronkelijke configuratie. De radar is vervangen en de bijboot is van het dek verdwenen. Er is een waterkanon op de "flying bridge" gekomen. Later zou er nog een radiohut (?) tussen stuurhuis en schoorsteen worden gebouwd.
De "Hector" in Griekse handen en herdoopt tot "Amazon".
Er zijn inmiddels ook aan de Hector (Amazon) flink wat dingen gewijzigd. Ook hier is de bijboot verdwenen en is er een radiohut (?) gebouwd tussen stuurhuis en schoorsteen. Ook op de plaats waar oorspronkelijk de sleeplier / kaapstander stond, is een stuk dekhuis aangebouwd.
In januari 2007 werd gestart met de aanschaf van de bouwtekening in schaal 1 op 80 van de Nederlandse Vereniging van Modelbouwers (NVM)
De spantentekeningen en alle andere onderdelen werden 4x vergroot opnieuw getekend in schaal 1 op 20.
De l x b x d komt dan op 150 x 39 x 15 (boeg) / 19 (hek) in centimeters. Het berekend gewicht om op waterlijn te komen, komt dan rond de 60 tot 70 kg.
Max. modelsnelheid op schaal is 30 cm per seconde, ofwel 18 meter per minuut ofwel iets meer dan 1 km/u.
Een schroef was in de diameter van 14 cm (berekend van de NVM tekening) niet te koop. Daardoor werd begonnen er dus zelf een te maken van koperen buis en koperen plaatjes. De plaatjes werden opgedikt met dikke epoxy en vervolgens in vleugelprofiel gevijld en geschuurd.
De schroef is helaas niet geheel zuiver (in balans) maar voor een amateur niet slecht en vast wel bruikbaar voor een model. Het roer werd gemaakt van 2 plaatjes PVC met een 8 mm roerkoning (komende uit een printer) De roerophanging (hak) werd direct mee vervaardigd (2 lagen van 3 mm dik aluminium op elkaar gelijmd met epoxy en vastgezet met schroeven.
Daarna werd de (holle) schoorsteen gemaakt uit houten voor- en achterzijde met daartussen perspex plaatjes.
Nadat dit klaar was, was er inmiddels voldoende vertrouwen om met de brugopbouw te starten, welke voornamelijk ook uit aluminium werd vervaardigd.
Helaas was het niet mogelijk het hele dekhuis uit één plaat 2 mm dik aluminium te knippen (plaat was te klein). Ook de naar voren tegen de ronding in uitstaande verschansing, maakten het noodzakelijk om het onderste deel van de dekopbouw op te bouwen uit 3 losse delen in 2 mm dik aluminium, welke in de ronding met boutjes en epoxy aan elkaar werden gezet en met plamuur werden afgewerkt. Het achterste inspringende deel bestaat uit één geheel in 1 mm dik aluminium (plaatje gekocht bij Big Boss).
Het stuurhuis werd ook vervaardigd uit deze 1mm aluminium plaat en de "klinknagels" rond de ramen werden van binnenuit "ingeslagen" met een stompe spijker.
Het brugdek is van MDF gemaakt en gecoat met epoxyhars. Het dek van de ?flying bridge? is van eikenhout.
Ankers en stuurwielen werden gekocht, alhoewel er al 1 anker zelf was gemaakt, maar de gekochte versie was mooier en voor die prijs niet zelf te maken. Dat gold ook voor de stuurwielen en de lantaarns.
De bijboot werd gemaakt van piepschuim , verzwaard met een stukje lood ( hij moet ook zakken als de boot gestreken wordt en niet wegwaaien). De piepschuim vorm werd overtrokken met een stukje textiel en dat werd met epoxy verhard.
Een dekzeil van textiel erop en klaar is de bijboot.
De luchthappers werden gemaakt uit zgn. elleboogjes die bij de loodgieter werden gekocht. Met hete lucht van een verfafbrander en veel fantasie werden de elleboogjes vervormd en ontstonden aardige luchthappers. Met wat PVC pijp en PVC-lijm werden de stukjes een geheel en na plamuren en schilderen, zie je niet meer waar het van gemaakt is.
En hieronder staan ze dan
Onderdeks werd een wirwar aan bekabeling aangebracht om alle dekverlichting en navigatieverlichting te kunnen laten branden (Multiple Twisted pair uit de ICT netwerk branche).
Alle verlichting kan branden zoals het volgens het Binnenvaart Politiereglement behoort voor een sleper. Standaard navigatieverlichting, sleeplicht voor (middelste lamp) en achter (geel) en sleeplicht (bovenste lamp) indien sleep langer dan 200 meter. Allemaal separaat schakelbaar met kleine schuifschakelaars welke zijn ondergebracht in de bakskist aan BB-zijde op de ?flying bridge? . Verlichting is iets wat je niet via RC hoeft te schakelen.
De radar werd van een robuuste vertragingsmotor voorzien welke op internet werd gevonden voor 7,50 p/st en 30 omwentelingen per minuut (RPM) draait.
Ook de davit werd van een motortje en een spindel voorzien zodat deze naar buiten kan worden gedraaid (origineel is dit een hydraulische cilinder). De spindel draait door een moertje op de davit. Als de spindel draait duwt deze het moertje en dus de davit naar buiten. Een aparte 30 RPM motor onderdeks drijft een windas aan waarmee de bijboot kan worden gehesen en gestreken.
De ankerlier is (aan één zijde) in staat een anker te lichten en te laten vallen.Onderdeks bevindt zich weer zo´n 30 RPM motor welke via enkele tandwielen de windas van de ankerlier aandrijft. Eén kettingschijf (Stuurboord) draait vrij op de as (ofwel draait dus niet mee)en de andere zit vast op de as en draait de ketting op en laat deze onderdeks verdwijnen.
De bemanning werd gevonden op rommelmarkten tussen het speelgoed. Het zijn voornamelijk min of meer beweegbare poppetjes ongeveer in de schaal 1 op 20, welke na een aangepaste beschildering als dekknecht of stuurman geschikt bleken. Zelfs een kikvorsman maakt deel uit van de bemanning.
Er zijn ook enkele (dure) LGB poppetjes bij in de schaal 1 op 22,5 en deze zijn dan ook eigenlijk net iets te klein maar dat valt niet echt op, zolang ze niet direct naast de andere staan.
Of deze LGB´ers uiteindelijk zullen worden aangemonsterd, moet later blijken.
Eén gevonden figuur was in zijn vorig leven ridder, anderen waren avonturiers. Met schuurmachine en mes werd alle overtollige plastic verwijdert. Daarna werd maatkleding (broek en trui) vervaardigd op moeders naaimachine en met enige moeite (die krengen geven niet mee en willen hun voeten niet buigen) en wat lijm werd de kleding aangetrokken. Er zijn dus enkele bemanningsleden met echte kleding (zie b.v. de roerganger op de foto´s).
Nadat de gehele brugopbouw gereed was omstreeks medio mei 2007, kon worden begonnen aan de romp. De grote vraag was waarvan de romp te vervaardigen. Dit was essentieel om de spanten te kunnen uitzagen. De dikte van het materiaal waarvan de scheepshuid wordt gemaakt, is bepalend voor de spanten. Spant + huiddikte vormen de maximale spantvorm zoals op de tekening is aangegeven. De huiddikte moet dus van de spantvorm worden ?afgetrokken?. Eénmaal gezaagd, is er geen weg terug. Dus eerst denken en dan pas doen.
Hoe dan ook, zal de romp buiten en binnen van epoxy en glasvezel worden vervaardigd (sandwich constructie), maar belangrijk is welk materiaal (vooral de dikte) tussen de epoxylagen komt .
Gekozen werd aanvankelijk voor flinterdun aluminium dat gebruikt wordt in een off-set drukpers. Dit aluminium is makkelijk te (ver)vormen en eenvoudig met een oude schaar te knippen. Daarna moet het geheel dan worden versterkt en waterdicht worden gemaakt met epoxy.
Gedurende de zomer van 2007 vorderde de voortgang nauwelijks vanwege andere bezigheden. Er werden wat spanten uitgezaagd en de vorm werd enigszins zichtbaar.
In september 2007 werd het dek uitgezaagd, en de lage achteropbouw (sleepdek) gemaakt van een aluminium hoeklijn met daarop een houten dek en daarop de details zoals de koekkoek van het achterverblijf (of is het daar nog machinekamer ?), de sleepbeting en de grote kaapstander.
De houten latten op het achterste deel werden vervaardigd door lollystokjes in 2 delen te snijden en deze op balkjes te lijmen. De sleepbeting loopt door tot op de kiel. Om het wegneembaar te houden, steken de onderste delen in een PVC buis welke in een houten klos op de kielbalk is gelijmd. De beting is daardoor sterk genoeg om te slepen en blijft toch wegneembaar.
De bogen om te voorkomen dat een sleeptros ergens achter blijft haken, werden uit buigbaar koperen buis gebogen en tegen het aluminium hoeklijn gebout. Verder werden alle bolders geprefabriceerd uit een houten ondergrond met koperen buis en afgesloten door een houten ?kop?.
Tegen het eind van 2007 waren alle spanten gelijmd op de kielbalk en werd ook het dek op z´n plaats gelijmd.
De dekplaten waren vooraf met epoxy op een paar kromme latjes gelijmd waardoor de bolling in het dek alvast werd voorgevormd. Daardoor werd het lijmen van het dek op de spanten wat vereenvoudigd.
Na plaatsing van het dek ontstond eindelijk een stabiele scheepsvorm. De opstaande randen waar de dekhuizen overheen vallen, werden aangebracht en eindelijk kon worden geprobeerd of de opbouw zou passen in het dek. Helaas bleek dat het gat net iets groter was dan nodig. Maar met wat opvulstukjes en lijm werd alles pas gemaakt.
De stuurmachine en de ankerlier werden elk op en / of onder een afzonderlijke kunststof plaat gemonteerd welke precies in het dek passen en zonodig wegneembaar zullen zijn. Dit is om te voorkomen dat je anders nooit meer bij de onderdeks geplaatste 30 RPM motoren kunt tegen de tijd dat het schip helemaal klaar is. Regeren is vooruitzien en je moet dus ook aan toekomstig onderhoud denken.
Daarna werd begonnen met het berghout op juiste dikte en juiste vorm te maken. Het berghout is veel dikker dan het dek en moet dus onder het dek worden verdikt, want buiswater moet van het dek af kunnen lopen. De verschansing werd gemaakt van de laatste stukken van de aluminiumplaat (1 mm).
De doorvoergaten voor de landvasten en trossen in de verschansing werden bekleed met opengeknipte mantel van elektriciteitsdraad.
Om praktische redenen bleek het makkelijk om het voorste deel (bij het verhoogde dek) het berghout BOVEN het dekniveau te lijmen zodat de verschansing in de kromming er mooi achtervalt. Het overige deel moest de verdikking ONDER het dek komen om voornoemde reden. Bij de overgang was het dus wel even prutsen om de overgang netjes te maken, maar dat is aardig gelukt.
De diepliggende patrijspoorten in de verschansing werden gemaakt uit PVC pijp (elekticiteitsbuis) met achterin een op maat gevijld stukje dik perspex als "glas". Het is onvoorstelbaar hoeveel standaard materiaal je in schaal 1 op 20 zonder aanpassingen kunt gebruiken.
Met koperen plaatjes werden de buiswaterkleppen in het middelste deel van de verschansing gemaakt.Ten eerste was het uitgezaagde aluminium te klein om als klep te fungeren en ten tweede was het makkelijker om op koperen plaat ook een koperen draad te solderen als scharnier.
Met veel moeite werden 2 ankerkluizen vervaardigd. De koperen (waterleiding)buis werd aan de dekzijde helemaal uitgeklopt en gebogen zodat deze vloeiend in het dek zou passen om te voorkomen dat de ankerketting op de rand kan blijven haken.
Door gebrek aan duidelijke foto´s en tekeningen, bleef de juiste vorm en plaats van de lier en de huiddoorvoer (kluisgat) een beetje een vraagteken. De uiteindelijke locatie werd min of meer bepaald door de spanten. De motor onder de lier moet tussen de spanten.
Intussen werd in december 2007 van het resterende deel van de plaat waar de spanten uit waren gezaagd, ook een transportkist voor de bovenbouw gemaakt, zodat deze minder kwetsbaar zou kunnen worden verplaatst. En natuurlijk ook een standaard voor de romp.
Van toevallig verkregen grote messing letters, kon met een kleine aanpassing van één letter de naam worden gefabriceerd en deze werd (na schoonmaken en polijsten) geplakt op een stukje perspex, dat met aluminium beugeltjes op de rompstandaard kan worden geschoven (voor de static show).
In december 2007 zijn echter nog steeds geen details bekend over de aandrijf-lijn.
De bedoeling is om een sterke motor te plaatsen zodat er ook mee gesleept kan worden. Een roeiboot of kano met tenminste mezelf erin moet de Hector moeiteloos kunnen slepen. De keus voor 12 of 24 volt is ook nog niet gemaakt. Er is al een 12Vaccu (52 Ah) beschikbaar en die past onder het brughuis, maar niet onder het sleepdek. Bij de keus voor 24V zullen er dus 2 identieke accu´s moeten komen die wel enkele centimeters lager zijn dan de huidige autoaccu. Als er een goede 12V motor kan worden gevonden, verdient dat de voorkeur omdat alle hulpmotoren (30 RPM) en verlichting ook op 12 V werkt.
Maar er is nog geen geschikte elektromotor gevonden. Ook de schroefas (uit een scanner) is nog steeds niet op een draaibank geweest om er draadeinden op te maken voor de schroef en voor een aandrijftandwiel. In de kennissenkring ben ik nog op zoek naar iemand met een draaibank, maar dat gaat vast lukken.
Iemand had al wel voor mij de nylon glijlagers gedraaid welke in een koperen pijp passen.
Ook is er nog steeds geen epoxy aangekocht voor de romp. Er is echter geen haast.
Voordat de verschansing definitief wordt geplaatst en de scheepshuid kan worden aangebracht, moet eerst de binnenzijde geheel worden geconserveerd. Anders wordt het moeilijk om nog overal bij te komen tussen de spanten.
Dat kan met epoxy, maar ook met G4, waarvan ik het bestaan nog niet kende voordat ik dit toevallig tegenkwam op het Modelbouwforum. E.e.a. is afhankelijk van de prijzen. Epoxy heeft mijn voorkeur vanwege het intrekken in het hout (veel MDF) en het prijsverschil is nihil (voor mij zelfs een heel klein beetje in het voordeel van epoxy)
Voor de scheepshuid zijn er inmiddels toch 2 opties:
a. Zoals al eerder aangegeven heb, is er het heel dunne aluminium dat gebruikt wordt als drukplaat in offset drukpersen. Dat kan dan met lijm en met kleine spijkertjes of nietjes aan de spanten worden bevestigd. Nadeel is dat het tussen de spanten toch nog kwetsbaar is voor vervorming zolang er niet voldoende epoxy met glasmat op is aangebracht.
b. Maar inmiddels is er een 2e mogelijkheid. In de herfst vond ik in een afvalcontainer een houten raamjaloezie, vervaardigd uit dunne latjes. Er zitten wel 3 gaatjes in waar de touwtjes doorgingen, maar de latjes zijn steviger dan het aluminium en toch voldoende buigzaam. De gaatjes kunnen later wel worden dichtgemaakt. Het is iets dikker dan de aluminiumplaat, maar die ruimte is er wel.
In beide gevallen wordt de huid, als deze eenmaal de juiste vorm heeft, bekleed met expoxy op matten. Zonodig meerdere lagen.
WORDT VERVOLGD.
N.B. ter achtergrondinformatie over de bouwer
De Hector is mijn eerste model na een heel erg lange tijd, waarin ruimtegebrek, familieomstandigheden en later gebrek aan tijd door werkzaamheden er geen mogelijkheden waren voor scheepsbouw.
Wel andere vormen van modelbouw, zoals kruiwagen, ijskar, spoorwagons (schaal 1 : 22,5 =LGB), huizen (LGB) enzovoorts.
Begin jaren 70 heb ik eens van conservenblik een vrachtschip gebouwd (gesoldeerd) naar geheel eigen fantasie. Waar het gebleven is, weet ik niet.
Daarna heb ik een plastic Airfix bouwdoosje gekocht van een model van de HMS Bligh (een Engelse torpedobootjager uit WO II)
Alle plastic onderdeeltjes heb ik destijds met schuifmaat opgemeten en 6 x vergroot en zo ontstond een blikken schip van 223 cm lengte. Alles was zelf gemaakt van afvalmateriaal, behalve de ankerlier (was te ingewikkeld zonder draaibank).
Helaas heeft de soldeervloeistof (S39) alsmede misschien gemorst accuzuur (autoaccu) ervoor gezorgd dat de romp na verloop van tijd begon door te roesten. Er stond 1 ruitenwissermotor in die beide schroeven ( 1x links en 1 x rechtsdraaiend) aandreef. Maar het schip had maar 1 roer (een hele vreemde combinatie met 2 schroeven, maar dat had ik niet uitgevonden). Dus varen deed het wel, maar het schip was bij de eerste proefvaart met geen mogelijkheid de bocht om te krijgen zonder 2 afzonderlijk draaiende motoren. Die proefvaart was zonder RC en de enige controle bestond uit een vislijntje dat bijna brak bij de recovery.
Zoals gezegd heeft roest een voortijdig einde gemaakt aan dat experiment.
Daarna ben ik in 1975 ooit begonnen met het NVM model van de sleper "Anthonie Junior" eveneens in schaal 1:20 compleet met straalbuisroer helemaal in vleugelprofiel en gemaakt uit PVC rioolpijp. Dat was mijn eerste scheepsmodel in polyester op ijzerdraad spanten, maar na een verhuizing had ik nog slechts een fietsenschuurtje en dus geen ruimte meer. De romp was wel gereed en had een succesvolle proefvaart ondergaan. De motor was een blowermotor van de kachel van een autobus (perfect). Maar door ruimtegebrek heb ik de fout gemaakt om de hele handel weg te geven. Daar heb ik later enorm spijt van gehad, maar gedane zaken nemen geen keer.
Omdat ik destijds met de romp was begonnen en daarna opzag tegen de bovenbouw, ben ik ditmaal begonnen met de bovenbouw en de romp als laatste. Helaas zie ik nu weer op tegen de bouw van de romp, maar als ik eenmaal de gang heb, zal ook dat wel weer loslopen.
Dit wordt de zoveelste keer dat ik probeer wat tekst en foto´s hier neer te zetten. Inmiddels heeft me dit al ruim 24 uur gekost en komt er inmiddels rook uit m´n oren en vuur uit m´n ogen. Maar ik geef het niet zo gauw op, al gaat het verhaal nu een stuk korter worden dan dat het was toen ik ineens alles kwijt was omdat bleek dat ik niet meer ingelogd was.
EN OOK DITMAAL GING HET NIET HELEMAAL GOED want enkele foto´s willen er gewoon niet in ONDANKS DAT ZE BINNEN DE GESTELDE MATEN ZIJN. Maar jammer dan !!

Nou daar gaat ie dan.
Zeesleper Hector
Geschiedenis:
In 1958 liet N.V. Bureau Wijsmüller uit IJmuiden 3 nagenoeg identieke sleepboten bouwen bij 2 verschillende werven. Dat werden de "Hector", de "Nestor" en de "Stentor"
De Hector en de Nestor werden gebouwd bij JONKER & STANS te Hendrik Ido Ambacht en de Stentor bij Machinefabriek & Scheepswerf Fa. A.van Bennekum.
Na langdurig verblijf in Libië werd de "Hector" in 1982 vervlagd naar de Nederlandse Antillen en kreeg als thuishaven Willemstad.
In 1983 werd de sleepboot verkocht aan de Griekse sleepvaartreder Loucas G. Matsas te Piraeus. Voor deze eigenaar kwam de sleepboot in de vaart als "Amazon" en was in 2005 nog steeds in actieve dienst.
De "Nestor" werd in 1981 verkocht naar de Kaaiman Eilanden en bleef varen onder dezelfde naam.
De "Stentor" werd ook in 1981 verkocht naar de Kaaiman Eilanden en werd herdoopt in G.O.R. FLEET No 7. Op 4 januari 1984 gezonken in slechte weersomstandigheden nabij Progreso, Yucatan, Mexico.
Technische gegevens HECTOR:
Eigenaar
NV BUREAU WIJSMULLER
bouwjaar
1958
gebouwd bij
JONKER & STANS te Hendrik Ido Ambacht
bouwnummer
282
machinevermogen
1200 ipk in 1969 opgevoerd tot 2150 ipk
Machine
2x 2tact enkelw. 8cil. BOLNES dieselmotoren
Snelheid
12 knopen
trekkracht
17 ton
bruto register
192 ton
lengte over alles
30,19 m
lengte tussen loodlijnen
28,31 m
breedte
7,82 m
holte
4,00 m
diepgang
3,08 m



De Nestor in de oorspronkelijke typische kleurstelling van Wijsmüller, maar niet langer in de oorspronkelijke configuratie. De radar is vervangen en de bijboot is van het dek verdwenen. Er is een waterkanon op de "flying bridge" gekomen. Later zou er nog een radiohut (?) tussen stuurhuis en schoorsteen worden gebouwd.

De "Hector" in Griekse handen en herdoopt tot "Amazon".
Er zijn inmiddels ook aan de Hector (Amazon) flink wat dingen gewijzigd. Ook hier is de bijboot verdwenen en is er een radiohut (?) gebouwd tussen stuurhuis en schoorsteen. Ook op de plaats waar oorspronkelijk de sleeplier / kaapstander stond, is een stuk dekhuis aangebouwd.
Bouw model zeesleepboot HECTOR
In januari 2007 werd gestart met de aanschaf van de bouwtekening in schaal 1 op 80 van de Nederlandse Vereniging van Modelbouwers (NVM)
De spantentekeningen en alle andere onderdelen werden 4x vergroot opnieuw getekend in schaal 1 op 20.
De l x b x d komt dan op 150 x 39 x 15 (boeg) / 19 (hek) in centimeters. Het berekend gewicht om op waterlijn te komen, komt dan rond de 60 tot 70 kg.
Max. modelsnelheid op schaal is 30 cm per seconde, ofwel 18 meter per minuut ofwel iets meer dan 1 km/u.
Een schroef was in de diameter van 14 cm (berekend van de NVM tekening) niet te koop. Daardoor werd begonnen er dus zelf een te maken van koperen buis en koperen plaatjes. De plaatjes werden opgedikt met dikke epoxy en vervolgens in vleugelprofiel gevijld en geschuurd.
De schroef is helaas niet geheel zuiver (in balans) maar voor een amateur niet slecht en vast wel bruikbaar voor een model. Het roer werd gemaakt van 2 plaatjes PVC met een 8 mm roerkoning (komende uit een printer) De roerophanging (hak) werd direct mee vervaardigd (2 lagen van 3 mm dik aluminium op elkaar gelijmd met epoxy en vastgezet met schroeven.


Daarna werd de (holle) schoorsteen gemaakt uit houten voor- en achterzijde met daartussen perspex plaatjes.
Nadat dit klaar was, was er inmiddels voldoende vertrouwen om met de brugopbouw te starten, welke voornamelijk ook uit aluminium werd vervaardigd.

Helaas was het niet mogelijk het hele dekhuis uit één plaat 2 mm dik aluminium te knippen (plaat was te klein). Ook de naar voren tegen de ronding in uitstaande verschansing, maakten het noodzakelijk om het onderste deel van de dekopbouw op te bouwen uit 3 losse delen in 2 mm dik aluminium, welke in de ronding met boutjes en epoxy aan elkaar werden gezet en met plamuur werden afgewerkt. Het achterste inspringende deel bestaat uit één geheel in 1 mm dik aluminium (plaatje gekocht bij Big Boss).
Het stuurhuis werd ook vervaardigd uit deze 1mm aluminium plaat en de "klinknagels" rond de ramen werden van binnenuit "ingeslagen" met een stompe spijker.
Het brugdek is van MDF gemaakt en gecoat met epoxyhars. Het dek van de ?flying bridge? is van eikenhout.

Ankers en stuurwielen werden gekocht, alhoewel er al 1 anker zelf was gemaakt, maar de gekochte versie was mooier en voor die prijs niet zelf te maken. Dat gold ook voor de stuurwielen en de lantaarns.
De bijboot werd gemaakt van piepschuim , verzwaard met een stukje lood ( hij moet ook zakken als de boot gestreken wordt en niet wegwaaien). De piepschuim vorm werd overtrokken met een stukje textiel en dat werd met epoxy verhard.
Een dekzeil van textiel erop en klaar is de bijboot.

De luchthappers werden gemaakt uit zgn. elleboogjes die bij de loodgieter werden gekocht. Met hete lucht van een verfafbrander en veel fantasie werden de elleboogjes vervormd en ontstonden aardige luchthappers. Met wat PVC pijp en PVC-lijm werden de stukjes een geheel en na plamuren en schilderen, zie je niet meer waar het van gemaakt is.
En hieronder staan ze dan

Onderdeks werd een wirwar aan bekabeling aangebracht om alle dekverlichting en navigatieverlichting te kunnen laten branden (Multiple Twisted pair uit de ICT netwerk branche).
Alle verlichting kan branden zoals het volgens het Binnenvaart Politiereglement behoort voor een sleper. Standaard navigatieverlichting, sleeplicht voor (middelste lamp) en achter (geel) en sleeplicht (bovenste lamp) indien sleep langer dan 200 meter. Allemaal separaat schakelbaar met kleine schuifschakelaars welke zijn ondergebracht in de bakskist aan BB-zijde op de ?flying bridge? . Verlichting is iets wat je niet via RC hoeft te schakelen.
De radar werd van een robuuste vertragingsmotor voorzien welke op internet werd gevonden voor 7,50 p/st en 30 omwentelingen per minuut (RPM) draait.
Ook de davit werd van een motortje en een spindel voorzien zodat deze naar buiten kan worden gedraaid (origineel is dit een hydraulische cilinder). De spindel draait door een moertje op de davit. Als de spindel draait duwt deze het moertje en dus de davit naar buiten. Een aparte 30 RPM motor onderdeks drijft een windas aan waarmee de bijboot kan worden gehesen en gestreken.
De ankerlier is (aan één zijde) in staat een anker te lichten en te laten vallen.Onderdeks bevindt zich weer zo´n 30 RPM motor welke via enkele tandwielen de windas van de ankerlier aandrijft. Eén kettingschijf (Stuurboord) draait vrij op de as (ofwel draait dus niet mee)en de andere zit vast op de as en draait de ketting op en laat deze onderdeks verdwijnen.
De bemanning werd gevonden op rommelmarkten tussen het speelgoed. Het zijn voornamelijk min of meer beweegbare poppetjes ongeveer in de schaal 1 op 20, welke na een aangepaste beschildering als dekknecht of stuurman geschikt bleken. Zelfs een kikvorsman maakt deel uit van de bemanning.
Er zijn ook enkele (dure) LGB poppetjes bij in de schaal 1 op 22,5 en deze zijn dan ook eigenlijk net iets te klein maar dat valt niet echt op, zolang ze niet direct naast de andere staan.
Of deze LGB´ers uiteindelijk zullen worden aangemonsterd, moet later blijken.
Eén gevonden figuur was in zijn vorig leven ridder, anderen waren avonturiers. Met schuurmachine en mes werd alle overtollige plastic verwijdert. Daarna werd maatkleding (broek en trui) vervaardigd op moeders naaimachine en met enige moeite (die krengen geven niet mee en willen hun voeten niet buigen) en wat lijm werd de kleding aangetrokken. Er zijn dus enkele bemanningsleden met echte kleding (zie b.v. de roerganger op de foto´s).

Nadat de gehele brugopbouw gereed was omstreeks medio mei 2007, kon worden begonnen aan de romp. De grote vraag was waarvan de romp te vervaardigen. Dit was essentieel om de spanten te kunnen uitzagen. De dikte van het materiaal waarvan de scheepshuid wordt gemaakt, is bepalend voor de spanten. Spant + huiddikte vormen de maximale spantvorm zoals op de tekening is aangegeven. De huiddikte moet dus van de spantvorm worden ?afgetrokken?. Eénmaal gezaagd, is er geen weg terug. Dus eerst denken en dan pas doen.
Hoe dan ook, zal de romp buiten en binnen van epoxy en glasvezel worden vervaardigd (sandwich constructie), maar belangrijk is welk materiaal (vooral de dikte) tussen de epoxylagen komt .
Gekozen werd aanvankelijk voor flinterdun aluminium dat gebruikt wordt in een off-set drukpers. Dit aluminium is makkelijk te (ver)vormen en eenvoudig met een oude schaar te knippen. Daarna moet het geheel dan worden versterkt en waterdicht worden gemaakt met epoxy.
Gedurende de zomer van 2007 vorderde de voortgang nauwelijks vanwege andere bezigheden. Er werden wat spanten uitgezaagd en de vorm werd enigszins zichtbaar.
In september 2007 werd het dek uitgezaagd, en de lage achteropbouw (sleepdek) gemaakt van een aluminium hoeklijn met daarop een houten dek en daarop de details zoals de koekkoek van het achterverblijf (of is het daar nog machinekamer ?), de sleepbeting en de grote kaapstander.
De houten latten op het achterste deel werden vervaardigd door lollystokjes in 2 delen te snijden en deze op balkjes te lijmen. De sleepbeting loopt door tot op de kiel. Om het wegneembaar te houden, steken de onderste delen in een PVC buis welke in een houten klos op de kielbalk is gelijmd. De beting is daardoor sterk genoeg om te slepen en blijft toch wegneembaar.
De bogen om te voorkomen dat een sleeptros ergens achter blijft haken, werden uit buigbaar koperen buis gebogen en tegen het aluminium hoeklijn gebout. Verder werden alle bolders geprefabriceerd uit een houten ondergrond met koperen buis en afgesloten door een houten ?kop?.

Tegen het eind van 2007 waren alle spanten gelijmd op de kielbalk en werd ook het dek op z´n plaats gelijmd.
De dekplaten waren vooraf met epoxy op een paar kromme latjes gelijmd waardoor de bolling in het dek alvast werd voorgevormd. Daardoor werd het lijmen van het dek op de spanten wat vereenvoudigd.
Na plaatsing van het dek ontstond eindelijk een stabiele scheepsvorm. De opstaande randen waar de dekhuizen overheen vallen, werden aangebracht en eindelijk kon worden geprobeerd of de opbouw zou passen in het dek. Helaas bleek dat het gat net iets groter was dan nodig. Maar met wat opvulstukjes en lijm werd alles pas gemaakt.

De stuurmachine en de ankerlier werden elk op en / of onder een afzonderlijke kunststof plaat gemonteerd welke precies in het dek passen en zonodig wegneembaar zullen zijn. Dit is om te voorkomen dat je anders nooit meer bij de onderdeks geplaatste 30 RPM motoren kunt tegen de tijd dat het schip helemaal klaar is. Regeren is vooruitzien en je moet dus ook aan toekomstig onderhoud denken.
Daarna werd begonnen met het berghout op juiste dikte en juiste vorm te maken. Het berghout is veel dikker dan het dek en moet dus onder het dek worden verdikt, want buiswater moet van het dek af kunnen lopen. De verschansing werd gemaakt van de laatste stukken van de aluminiumplaat (1 mm).
De doorvoergaten voor de landvasten en trossen in de verschansing werden bekleed met opengeknipte mantel van elektriciteitsdraad.
Om praktische redenen bleek het makkelijk om het voorste deel (bij het verhoogde dek) het berghout BOVEN het dekniveau te lijmen zodat de verschansing in de kromming er mooi achtervalt. Het overige deel moest de verdikking ONDER het dek komen om voornoemde reden. Bij de overgang was het dus wel even prutsen om de overgang netjes te maken, maar dat is aardig gelukt.
De diepliggende patrijspoorten in de verschansing werden gemaakt uit PVC pijp (elekticiteitsbuis) met achterin een op maat gevijld stukje dik perspex als "glas". Het is onvoorstelbaar hoeveel standaard materiaal je in schaal 1 op 20 zonder aanpassingen kunt gebruiken.
Met koperen plaatjes werden de buiswaterkleppen in het middelste deel van de verschansing gemaakt.Ten eerste was het uitgezaagde aluminium te klein om als klep te fungeren en ten tweede was het makkelijker om op koperen plaat ook een koperen draad te solderen als scharnier.
Met veel moeite werden 2 ankerkluizen vervaardigd. De koperen (waterleiding)buis werd aan de dekzijde helemaal uitgeklopt en gebogen zodat deze vloeiend in het dek zou passen om te voorkomen dat de ankerketting op de rand kan blijven haken.
Door gebrek aan duidelijke foto´s en tekeningen, bleef de juiste vorm en plaats van de lier en de huiddoorvoer (kluisgat) een beetje een vraagteken. De uiteindelijke locatie werd min of meer bepaald door de spanten. De motor onder de lier moet tussen de spanten.
Intussen werd in december 2007 van het resterende deel van de plaat waar de spanten uit waren gezaagd, ook een transportkist voor de bovenbouw gemaakt, zodat deze minder kwetsbaar zou kunnen worden verplaatst. En natuurlijk ook een standaard voor de romp.
Van toevallig verkregen grote messing letters, kon met een kleine aanpassing van één letter de naam worden gefabriceerd en deze werd (na schoonmaken en polijsten) geplakt op een stukje perspex, dat met aluminium beugeltjes op de rompstandaard kan worden geschoven (voor de static show).
In december 2007 zijn echter nog steeds geen details bekend over de aandrijf-lijn.
De bedoeling is om een sterke motor te plaatsen zodat er ook mee gesleept kan worden. Een roeiboot of kano met tenminste mezelf erin moet de Hector moeiteloos kunnen slepen. De keus voor 12 of 24 volt is ook nog niet gemaakt. Er is al een 12Vaccu (52 Ah) beschikbaar en die past onder het brughuis, maar niet onder het sleepdek. Bij de keus voor 24V zullen er dus 2 identieke accu´s moeten komen die wel enkele centimeters lager zijn dan de huidige autoaccu. Als er een goede 12V motor kan worden gevonden, verdient dat de voorkeur omdat alle hulpmotoren (30 RPM) en verlichting ook op 12 V werkt.
Maar er is nog geen geschikte elektromotor gevonden. Ook de schroefas (uit een scanner) is nog steeds niet op een draaibank geweest om er draadeinden op te maken voor de schroef en voor een aandrijftandwiel. In de kennissenkring ben ik nog op zoek naar iemand met een draaibank, maar dat gaat vast lukken.
Iemand had al wel voor mij de nylon glijlagers gedraaid welke in een koperen pijp passen.
Ook is er nog steeds geen epoxy aangekocht voor de romp. Er is echter geen haast.
Voordat de verschansing definitief wordt geplaatst en de scheepshuid kan worden aangebracht, moet eerst de binnenzijde geheel worden geconserveerd. Anders wordt het moeilijk om nog overal bij te komen tussen de spanten.
Dat kan met epoxy, maar ook met G4, waarvan ik het bestaan nog niet kende voordat ik dit toevallig tegenkwam op het Modelbouwforum. E.e.a. is afhankelijk van de prijzen. Epoxy heeft mijn voorkeur vanwege het intrekken in het hout (veel MDF) en het prijsverschil is nihil (voor mij zelfs een heel klein beetje in het voordeel van epoxy)
Voor de scheepshuid zijn er inmiddels toch 2 opties:
a. Zoals al eerder aangegeven heb, is er het heel dunne aluminium dat gebruikt wordt als drukplaat in offset drukpersen. Dat kan dan met lijm en met kleine spijkertjes of nietjes aan de spanten worden bevestigd. Nadeel is dat het tussen de spanten toch nog kwetsbaar is voor vervorming zolang er niet voldoende epoxy met glasmat op is aangebracht.
b. Maar inmiddels is er een 2e mogelijkheid. In de herfst vond ik in een afvalcontainer een houten raamjaloezie, vervaardigd uit dunne latjes. Er zitten wel 3 gaatjes in waar de touwtjes doorgingen, maar de latjes zijn steviger dan het aluminium en toch voldoende buigzaam. De gaatjes kunnen later wel worden dichtgemaakt. Het is iets dikker dan de aluminiumplaat, maar die ruimte is er wel.
In beide gevallen wordt de huid, als deze eenmaal de juiste vorm heeft, bekleed met expoxy op matten. Zonodig meerdere lagen.
WORDT VERVOLGD.
N.B. ter achtergrondinformatie over de bouwer
De Hector is mijn eerste model na een heel erg lange tijd, waarin ruimtegebrek, familieomstandigheden en later gebrek aan tijd door werkzaamheden er geen mogelijkheden waren voor scheepsbouw.
Wel andere vormen van modelbouw, zoals kruiwagen, ijskar, spoorwagons (schaal 1 : 22,5 =LGB), huizen (LGB) enzovoorts.
Begin jaren 70 heb ik eens van conservenblik een vrachtschip gebouwd (gesoldeerd) naar geheel eigen fantasie. Waar het gebleven is, weet ik niet.
Daarna heb ik een plastic Airfix bouwdoosje gekocht van een model van de HMS Bligh (een Engelse torpedobootjager uit WO II)
Alle plastic onderdeeltjes heb ik destijds met schuifmaat opgemeten en 6 x vergroot en zo ontstond een blikken schip van 223 cm lengte. Alles was zelf gemaakt van afvalmateriaal, behalve de ankerlier (was te ingewikkeld zonder draaibank).
Helaas heeft de soldeervloeistof (S39) alsmede misschien gemorst accuzuur (autoaccu) ervoor gezorgd dat de romp na verloop van tijd begon door te roesten. Er stond 1 ruitenwissermotor in die beide schroeven ( 1x links en 1 x rechtsdraaiend) aandreef. Maar het schip had maar 1 roer (een hele vreemde combinatie met 2 schroeven, maar dat had ik niet uitgevonden). Dus varen deed het wel, maar het schip was bij de eerste proefvaart met geen mogelijkheid de bocht om te krijgen zonder 2 afzonderlijk draaiende motoren. Die proefvaart was zonder RC en de enige controle bestond uit een vislijntje dat bijna brak bij de recovery.
Zoals gezegd heeft roest een voortijdig einde gemaakt aan dat experiment.
Daarna ben ik in 1975 ooit begonnen met het NVM model van de sleper "Anthonie Junior" eveneens in schaal 1:20 compleet met straalbuisroer helemaal in vleugelprofiel en gemaakt uit PVC rioolpijp. Dat was mijn eerste scheepsmodel in polyester op ijzerdraad spanten, maar na een verhuizing had ik nog slechts een fietsenschuurtje en dus geen ruimte meer. De romp was wel gereed en had een succesvolle proefvaart ondergaan. De motor was een blowermotor van de kachel van een autobus (perfect). Maar door ruimtegebrek heb ik de fout gemaakt om de hele handel weg te geven. Daar heb ik later enorm spijt van gehad, maar gedane zaken nemen geen keer.
Omdat ik destijds met de romp was begonnen en daarna opzag tegen de bovenbouw, ben ik ditmaal begonnen met de bovenbouw en de romp als laatste. Helaas zie ik nu weer op tegen de bouw van de romp, maar als ik eenmaal de gang heb, zal ook dat wel weer loslopen.
Laatst bewerkt door een moderator: