Goedeavond beste mensen, ik ben hier nieuw op jullie mooie site. Met een gewicht van 40 gram wil ik een ander dan het originele blauwe guillow rubber zoeken om de vlucht wat te verlengen. Ik las ook over double loop rubber. Wat houdt dat in? Wie heeft er ervaring? Groetjes, Jo
Het meest gebruikte rubber tegenwoordig heet FAI Tan en is te verkrijgen bij specialisten in een dikte van pakweg 1 mm en een breedte van 3 mm. Je kunt hiervan een motor maken van twee strengen (dus 1 lus), 4 strengen (dus 2 lussen, kan van 1 eind rubber) en meer. Bij een Vrije Vlucht zaalmodel van 40 gram zou een motor van 2 strengen en een gewicht van 6 gram goed moeten werken. Hierop zou je 800 toeren kunnen winden voor een vlucht van rond de 20 seconden. Natuurlijk het rubber wel smeren, en uitgerekt opwinden.
Zo bedankt zeg voor je hulp! Wat voor lengte heeft dat rubber? Bedoel je 2 strengen, zijn een onder en één bovenloop als hij ingemonteerd zit? En uit één rubber (lus) kan je dan nog een keer een lusvormen tot vier strengen uit één rubber? Zou dat passen zonder vrijloopschade in een 509 tbf avenger van Guillow?
3,2x 2000 mm bij flightdepot in Duitsland, is dat een juiste maat wat in een 509 serie past? Of is er in nederland ook een speciaalzaak?
Dag Energie. In welke omgeving woon je? Goed rubber is te krijgen bij vrije vlucht piloten / op indoor vliegevenementen. En wat je nodig hebt is per model verschillend. Lengte en dikte bepalen voor een deel het vlieggedrag van je model. Buiten (F1B/ Wakefield) gebruiken we 26 strengen van 3x1mm (29,9 gram totaal) en binnen gebruiken we rubbersnijders om rubber strips op breedte te snijden... Momenteel vliegen de meest ervaren mensen bij de Nijmeegse Luchtvaart Club. En ze wonen redelijk verspreid door het land...
Hoi Crins, ik woon op Walcheren. Wat is F1B/Wakefield? En weet je iemand in de buurt van mijn regio waar ik contact mee kan leggen?
Hmm Rotterdam/ Den Haag is het dichts bij dat ik iemand ken. F1B/ Wakefield is de buiten variant van wedstrijd duurvlucht-modellen met rubbermotor. In Nederland vliegen we buiten meestal bij het Houtdorperveld in de omgeving van Garderen. Voor jou ook niet in de buurt wellicht. En indoor in Velp of Nijmegen. In je eerste post vraag je naar 'double loop'. Dat lijkt me een dubbel gevouwen lus -> vier strengen, één knoop. Meestal begin je met een lus die anderhalf keer de lengte heeft van de afstand tussen je propeller-haakje en het buisje waar het rubber in de romp omheen gaat. Dus je knip het rubber af op ongeveer drie keer deze lengte. -> knopen -> smeren met 1:1:1 groene zeep: wonderolie: glycerine. (of shampoo als je die ingrediënten niet hebt). Heb je een opwindstandaard en een 'rubberwinder' / mini handboortje om het rubber mee op te draaien? En heb je foto's van je model? Ben benieuwd!
Hallo Jo, Je zult uit de antwoorden op je vraag al gemerkt hebben dat vliegen met rubber schaalmodellen een apart vak is! Dus misschien ben je gebaat met een 'korte cursus beginselen rubber'. Ik heb een Comet Piper Cub Cruiser. Die heeft een spanwijdte van 67,5 cm en een gewicht van 47 gram, dus lijkt qua formaat op jouw Avenger. In de zaal vliegt dit model goed met 6 gram rubber, in 4 strengen. Ik wind er dan zo'n 800 toeren op. Zoals eerder gezegd, gebruik ik FAI tan rubber van 1 mm dik en 3 mm breed. Dit is een eind rubber van 4 gram. Het eerste wat je moet doen, is het rubber knopen. Je legt in elk uiteinde een knoopje. Die trek je zo strak mogelijk aan. Daar leg je dan samen weer een knoop in. Ook die trek ze weer zo strak mogelijk aan, totdat deze knoop tegen de enkele knoopjes in de uiteinden aan komt. Je knipt de uiteindjes kort af (hooguit 2 mm laten zitten), en legt een klein drupje HART lijm tussen de uiteinden. Nu kan je motor niet meer los! Pas dan kun je het rubber smeren. Het beste is dikke heldere siliconenolie, maar een ander siliconenproduct zoals Armor All of zelfs Calendulan huidcreme kan worden gebruikt. De motor kun je als enkele lus gebruiken, dan zijn dat twee strengen. Of je kunt hem dubbel doen, dan zijn het vier strengen. Wat het beste is, hangt van je model af. Soms is het handig om één of beide uiteinden alvast bij elkaar te brengen, dat maakt het gemakkelijker om de motor in het model te brengen. Er zijn bij specialisten (Mike Woodhouse in Engeland, bijvoorbeeld) lichtgewicht nylon klosjes verkrijgbaar. Die hou je met een piepklijn elastiekje (verkrijgbaar bij de Action of andere winkel in goedkope meuk) op z'n plaats. Je kunt zo'n elastiekje ook gebruiken om het uiteinde van de motor zonder klosje bij elkaar te houden. Zo, ik krijg de melding dat ik het maximaal toegestane aantal afbeeldingen en dit bericht heb bereikt, dus ik sluit even af.
Deel twee van de cursus! Op deze foto staan de twee mogelijkheden om de uiteinden van de motor bij elkaar te brengen. Om de motor in het model te brengen, werkt het meestal niet om het uiteinde er gewoon in te laten zakken. Alleen als je achteraan zo'n nylon klosje gebruikt, gaat dat meestal wel. Maar, normaal gesproken heb je een inbrenghulpje nodig. Dat is een latje waaraan je een gebogen stukje dun staaldraad hebt bevestigd, waar je het uiteinde van de motor in kun haken. Zo breng je de motor in het model. Als je door de bekleding heen of bij de opening in de bekleding aan de onderkant bij het motoranker kunt zien dat de lus van de motor op de juiste plaats zit, steekje het ankerbuisje door de romp en de motor heen, en de boel zit. Het motoranker moet, zoals gezegd een alu buisje zijn, niet het stokje wat op veel bouwtekeningen is aangegeven. Overigens zit het motoranker op de meeste bouwdoos ontwerpen te ver naar achter, zoals bij mijn Piper. Gevolg is dat je wat gewicht in de neus nodig hebt. De experts zeggen dat het beter is om het motoranker één rompschot verder naar voren in te bouwen. Vervolgens heb je wat hulpstukken nodig om de motor op te kunnen winden. Dat is ten eerste niet een winder, maar een manier om het model vast te zetten terwijl je de motor opwindt, dan hoef je niet steeds iemand te vragen om het model voor je vast te houden. Hiervoor gebruik je een plankje met twee steunen. Dit plankje zet je met een schroefklem vast op een tafel, bank of ander stevig voorwerp. Dan een pen om door het motorankerbuisje en de steun te steken. Deze pen moet voorzien zijn van een vaantje o.i.d., anders is ie om de haverklap zoek! Dan de winder zelf. Degene op de foto heeft een ratio van 1 op 5. Onderaan is de inbrengstok nog te zien. Het model wordt met de pen in het plankje vastgezet. De steunen van het plankje moeten natuurlijk het juiste formaat hebben voor je model. En dan kun je gaan winden! Je kunt het rubber flink uitrekken voordat je begint. Je windt dan ongeveer de helft van het bedoelde aantal toeren, en daarna loop je al windend langzaam naar het model toe totdat je bij het model het hele aantal hebt gewonden. Pak de gewonden motor 5 tot 10 mm achter het uiteinde stevig vast, en haal de winder van de motor af. Het uiteinde zal dan afdraaien, zodat je een open lusje hebt om de propas aan te haken. Filmpjes van het vliegen in de Jan Massinkhal in november vorig jaar zijn ter inspiratie te zien op dit forum. https://www.modelbouwforum.nl/threads/international-indoor-fly-in-2022.283306/
Dit is mijn (1e balsa vliegtuig) knutselwerkje, zoals mijn vrouw als kleuterleidster het betaamd te zeggen
Bedankt beste mensen en zeker ook jullie input Crins en stuntHenk, welkome informatie. Super Ik heb een geel rubberwindertje. Pracht toestellen hebben jullie zeg!
