Allemaal goed en wel, hoor, modelletjes bouwen uit bouwdoosjes of van tekening, maar vaak bouw je dan iets waar iemand anders ook al mee vliegt, of recent mee gevlogen heeft. Tweede punt, veruit de meeste bouwdozen of bouwtekeningen gaan over Amerikaanse of Britse onderwerpen. En het lijkt mij juist leuk om een Nederlands onderwerp te proberen. En dan moet je zelf ontwerpen. Nu klinkt dat erger dan het is; je kopieert gewoon zoveel mogelijk afmetingen en constructies van vergelijkbare modellen waar je ervaring mee hebt. En dan zijn er voor dit soort modellen een paar eenvoudige stelregels: stabilo in lijn met de lengteas van de romp; vleugel instelhoek 2 tot 3 graden, iets domping en rechts zijtrek op de propas; staartvlakken vergroten; zwaartepunt op een kwart tot een derde van de vleugelkoorde. Nu zijn er geen Nederlandse onderwerpen in grote getale aanwezig. Tenminste geen vliegtuigen die redelijk makkelijk te bouwen en af te stellen zullen zijn. En het moest weer een rubbermotor model zijn, dus dat betekent een lange neus ofwel een toestel met een lijnmotor en geen stermotor. Na wat om me heen kijken viel mijn oog op de Koolhoven F.K.43, een 4 persoons les- en taxivliegtuig. Leuk ding, vind ik. De KLM heeft er zo'n 90 jaar geleden een stuk of tien gehad. En de KLM kleuren vind ik best aantrekkelijk, met een zilveren of houtkleurige vleugel, voorste deel van de romp zwart, achterste deel van de romp en de staart blauw. De motor was een De Havilland Gypsy Major, net als in de DH Puss Moth. Probleem is echter de documentatie. De Duitsers hebben in Mei 1940 de Koolhoven fabriek op Waalhaven volledig plat gegooid, zodat vrijwel alle Koolhoven ontwerpen en documentatie verloren zijn gegaan. Gelukkig is er nog mensen die zich voor Koolhoven vliegtuigen interesseren, zodat er in de loop van de jaren toch nog wel informatie is verzameld. Een belangrijk stuk is een maatschets van de TU Delft. Die is weliswaar sumier en maakt de indruk niet door de meest getalenteerde technisch tekenaar te zijn vervaardigd, maar is wel bruikbaar. Een ander interessante schets is een opengewerkte, die iets van het interieur laat zien. Dan zijn er nog een redelijk aantal foto's bewaard gebleven, waarop behoorlijk wat details staan, zoals deze. Kortom, ik dacht dat er wel genoeg informatie is om een genoeg nauwkeurige bouwtekening te maken, en een goede documentatiemap te kunnen maken voor de statische beoordeling op wedstrijden. Daarom heb ik bij de plaatselijke copyshop de maatschets 4x laten vergroten, wat resulteert in een vrij groot model voor in de zaal, met een spanwijdte van 66,5 cm. Dus dan hoef ik ook niet ZO erg op het gewicht te letten, en is de kans dat het model goed zal vliegen vrij groot. Vervolgens heb ik een weekje genoeglijk tussen andere bouwklusjes door, een potloodtekening gemaakt van vleugel, romp en staart. En ik ben maar de bouw begonnen met de romp. Vrijwel alle latjes zijn trouwens over gebleven uit Comet bouwdoosjes, lekker goedkoop, en hebben dus inch maten, maar dat kan de pret niet drukken. De rompbovenkant waar de vleugel moet komen is trouwens vlak. Het vleugelprofiel is nogal dik, met een grote ronding vooraan, wat betekent dat de hartlijn van het profiel drie graden omhoog staat. Dat zal voldoende moeten zijn, maar om het zekere voor het onzekere te nemen ga ik de hoogteroeren los maken. De tweede rompzijkant is traditioneel boven op de eerste gebouwd, met een laagje plasticfolie er tussen. De onderkant van de rompzijkanten zijn ook vlak, wat het samenbouwen van de romp vergemakkelijkt. De zijkanten worden eerst aan de achterkant aan elkaar gelijmd, waarna ik naar voren ben ga werken. Let op de houtjes aan de buitenkant van de romp, om uitbuigen te voorkomen. Elk dwarslatje wordt eerst aan de onderkant op maat gemaakt, en dan wordt er eentje met precies de zelfde lengte voor aan de bovenkant gesneden.
De romp wordt ter plaatse van de cabine bijna recht, eerst iets taps en op de plaats van de piloot rechthoekig. Voor de eerste curve is het niet nodig om de zijkanten in te snijden. Ondersteunen met blokjes hout is genoeg. De achterkant van de romp is opgetild zodat de vlakke onderkant nu op de bouwplank rust. Maar dan doemt er een probleempje op: de neus loopt naar voren toe nogal taps. En dat betekent dat de werkelijke lengte groter is dan zo als het op het zijaanzicht lijkt. Gelukkig scheelt het niet zo veel; dat kunnen we oplossen met een neusschotje. De rompzijkanten moeten bij de overgang naar de neus overigens wel worden ingesneden, want die bocht haal je anders nooit. Hiermee is het 'karkas' van de romp gereed. De FK 43 had echter aan weerskanten twee verstevigingsbuizen langs de romp, die de romp wat lieten uitbollen. En aan de onderkant was de romp uitgediept en afgerond. Omdat dit op geen van de maatschetsen staat, heb ik goed op foto's moeten kijken waar al die buizen precies liepen. Aan de zijkanten is de uitbolling maar gering dus daar heb ik gekozen voor 1 x 1 mm hard balsa latjes. Aan de onderkant heb ik de ruimte, dus daar worden het 2,5 x 2,5 latjes, weer over uit een Comet bouwdoos. Ik kies voor 5 latjes, dat geeft een mooie lijn ter ondersteuning van de tissue bekleding. De schotjes aan de onderkant snij ik uit 1mm balsa met behulp van een ellipsmal. (Dit is een plastic tekenmal zoals je die ook voor cirkels hebt, maar deze geeft ellipsvormen van 2 tot 50 mm doorsnede). De vormen zijn niet helemaal ellipsen, maar komen in de buurt. En iets ruimer uitgesneden kan ik ze met een schuurklos op maat maken. Alleen de voorste krijgt uitsparingen voor de latjes, bij de rest komen de latjes er tegenaan te liggen. Dit is minder moeite en geeft minder risico op verkeerd geplaatste uitsparingen en dus golvende latjes. En de schotjes zijn niet zichtbaar onder de bekleding. Een win-win situatie! De buitenste latjes lopen voor zover ik kan zien niet zo ver naar achter als de middelste drie, daarom houd ik ze wat korter. Misschien is dat fout, maar het scheelt in ieder geval een ietsje gewicht bij de staart.... De latjes aan de zijkanten worden ook tegen de balsa motorankers gelijmd, zodat die meer stevigheid krijgen. De volgende stap is het opbouwen van de neus. Ik maak eerst de schotjes tussen de cockpit en het voorste blok, weer met behulp van de ellipsmal. Ook hier weer uitsparingen voor 5 latjes. En ook hier moet ik weer raden hoever die de cabine in steken. Dan lijm ik blokken balsa van voldoende dikte met 4 kleine drupjes lijm per stuk op de neus, en schuur het geheel in de gewenste vorm. Gelukkig heb ik de laatste tijd voldoende Gypsy Major neuzen (of die er sprekend op lijken) geschuurd om de vorm goed te kennen. Het bovenste blok wordt losgesneden en met guts en Dremel uitgehold en weer vastgelijmd, deze keer goed. Het bovenste blok moet aan de zijkanten iets uitsteken want de 1 mm balsa uitbollende motorbeplating moet er nog tegenaan gelijmd worden. Het 3 mm neusschot krijgt nog een 1 mm triplex versteviging en die 4 mm totaal zijn voldoende om de romp weer de juiste lengte te geven. Het bovenste latje vlak achter het neusschot heeft zijn werk gedaan en wordt weggehaald; het zou anders de rubbermotor in de weg zitten. Uit 6 mm hard balsa wordt een passend stukje gemaakt om in het gat in het neusschot te gaan, en daar tegenaan wordt een derde blok balsa gelijmd wat in vorm geschuurd wordt om het losneembare neusblok te vormen. Het neusblok moet ook iets breder blijven, ook voor de nog toe te voegen motorbeplating. En daarmee is de basis van de romp af. Fijn zo'n rubbermotormodel! Eenvoudige neus, niks geen gedoe met uitneembare CO2 motortjes!
. Wat een geweldig project Je gaat hard, het ziet er allemaal fraai uit. Én een uniek model, erg gaaf! Groeten, Ramses .
De staartvlakken zijn als volgende aan de beurt. Ik heb ze allemaal vergroot. Ik denk dat aerodynamisch het kielvlak op origineel formaat had kunnen blijven, maar dan lijkt het kleiner dan het stabilo, en dat staat niet mooi. Ik had het even gehad met het buigen van natte strips 1 mm balsa om een mal, dus daarom heb ik aan de bovenkant van het kielvlak en het richtingsroer een stukje bamboe boven de soldeerbout gebogen, en bij het stabilo gewoon segmentjes balsa in vorm geschuurd. Bij het kielvlak was een lastig punt dat je op foto's goed kunt zien dat de ribben aan de voorkant nogal gebogen zijn, de hele constructie is beslist niet vlak. Daarom heb ik eerst een frame van 1 mm balsa gebouwd, daarna heb ik de onderste rib en de verticale hoofdligger aan weerskanten met 1 mm opgedikt, en vervolgens de 1 x 3 mm ribbetjes voorzien van een 1 mm spleet aan de voorkant en ze in het frame gelijmd. In een ronde vorm afgeschuurd was het zonneklaar dat je zo hele zwakke verbindingen kreeg, daarom heeft iedere verbinding nog een verstevigingsdriehoekje gekregen. In de achterlijst van het richtingsroer is nog de mogelijkheid om een trimvlak op schaal uit te snijden. Daarna kwam de vleugel. Het origineel heeft een middendeel wat in alle opzichten parallel is. Voorbij de aanhechtpunten voor de stijlen van het landingsgestel wordt de vleugel taps en dunner. Omdat het een flinke lap van 66,5 cm. is, maak ik de vleugeleinden losneembaar. Ik heb eerst de ribben van het middendeel gemaakt tussen twee triplex mallen, op de traditionele manier. De voorlijst is een staande lat van 3 mm balsa, de voorste liggers zijn 3x3, de achterste 1,5 x 1,5. De achterlijst is 3 x 10 mm balsa. De FK 43 heeft een kenmerkende driehoekige ruit boven de passagierscabine, dus die ruimte moet in de vleugel uitgespaard worden. Verder vond ik het nodig om zacht 1 mm indekking te gebruiken, vanwege de bolling van het voorste deel van het profiel. De buitenste ribben zijn van zacht 3 mm balsa; dat is nodig om straks te voorkomen dat de tissue bekleding de ribben naar binnen trekt. Ik moet overigens nog wel wat wennen aan het feit dat ik hier een SCHAALMODEL ontwerp; zo had ik de plaatsen voor de vleugelliggers eerst zo getekend dat ik meende dat het een mooie krachtenverdeling zou zijn, maar toen keek ik weer eens op de opengewerkte schets van de romp en daar staan de plaatsen van de liggers duidelijk op aangegeven! Met daar tussenin de brandstoftank (maar die gaan we niet toevoegen.. er zijn grenzen). Nu het middendeel eenmaal afgebouwd is, vind ik de constructie eigenlijk te zwaar. Twee ribben minder, smallere achterlijst, geen indekking zou nu mijn keuze zijn. Maar uiteindelijk valt het gewicht mee. (De voorlijst moet nog worden afgeschuurd; dit gebeurt als de beide buitenste vleugelhelften klaar zijn). De linker vleugelhelft heeft de zelfde constructie. Alleen kon ik de ribben nu niet tussen twee mallen maken omdat het aantal ribben te klein is, en de tapsheid te groot. Ik heb het wel geprobeerd, maar de ribben kregen te sterk afgeschuinde kanten, en de vorm was niet nauwkeurig genoeg. Dus heb ik de ribben een voor een uitgesneden met behulp van de zelfde kromming van de Burmeister set waar ik ook de mallen van de middenribben had vorm gegeven. Maar dat werd niet mooi, en niet nauwkeurig genoeg. bovendien viel de kromming van het voorste deel van de ribben mee, zodat hier in ieder geval geen indekking nodig was. Dus die moet over, met een andere constructie. Toch even gemeten, en ook hier viel het gewicht mee. Hier moeten de voor- en achterlijst nog worden geschuurd, maar er moet ook nog een tip aan. Nu we toch aan het wegen zijn, ook de romp en de staartvlakken maar even meegenomen. Oh, ja, de romp is tussen de bedrijven door nog even voorzien van een landingsgestel van 0,8 mm staaldraad.
Ik heb twee nieuwe vleugelhelften gebouwd volgens een nieuwe constructiemethode. Ik heb de voorlijst en de beide liggers uit vol hout uitgesneden, op de juist maat qua hoogte, en de volle lengte plus nog een stukje voor de tips. De voorlijst is van hard 3mm balsa, de voorste liggers van 1,5 mm medium balsa en de achterste van 1 mm medium balsa. De achterlijst is van 3 x 6 zacht balsa. Tussen de liggers en lijsten heb ik stroken 1 mm gelijmd, behalve bij de tiprib, die is van stroken zacht 3 mm balsa. Op de foto is de vleugelhelft tijdens de bouw tegen het middendeel aangezet voor de nauwkeurigheid. En het rechterdeel van het middenstuk is met 3 mm opgehoogd vanwege de V-stelling. Vervolgens is dit vleugeldeel in vorm geschuurd. Op deze manier kon ik het vleugelprofiel mooi vorm geven. Op de foto is de andere vleugelhelft ook al in elkaar gelijmd. Daarna was ik natuurlijk erg benieuwd naar het gewicht. Heel mooi, maar, pas op dit is geschuurd (maar zonder tip) en het eerste probeersel was ongeschuurd 4,5 gram! Dus die zou geschuurd en wel ook op dit gewicht uit kunnen komen. Conclusie: voor het gewicht hoef ik het niet te doen. Het gebrek aan indekking wordt blijkbaar gecompenseerd door de vol balsa liggers. De voorlijst is hier van harder balsa dan bij het eerste probeersel, dus ook wat zwaarder, maar dat zal zich terug verdienen met een onverhoopte kennismaking met een tafelpoot. Ik heb alleen het vleugelprofiel beter vorm kunnen geven. Maar alweer voor het gewicht zal ik het veugelmiddendeel niet hoeven te vervangen; en dat is qua profiel al nauwkeurig omdat de ribben tussen 2 mallen zijn gemaakt.