Ik heb een wiesel met een surface drive. En dat gaat of veels te snel zo dat hij bij ongeveer half gas het luchtruim kiest , of ik krijg er niet veel meer snelheid uit dan een rondvaart boot.
Hallo JanHein,
Je hebt 'last' van een aantal zaken:
- De Wiesel is ontworpen voor een onderwateraandrijving met een topsnelheid van rond de 35-40 km/h; een oppervlakteaandrijving zorgt, door het ontbreken van een remmende schroefaskoker en een dunner roerblad, bij ieder ontwerp voor meer snelheid, iets waar de Wiesel niet geschikt voor is.
Het resultaat heb je zelf beschreven, óf de boot loopt te nat en alles wordt heet, of de boot komt boven een bepaalde snelheid los van het water en flipt achterover.
- Het onderwaterschip van de Wiesel is glad, geen enkele structuur in de vorm van sprayrails of strakes, dus elke oneffenheid in de bodem beïnvloed het vaargedrag, omdat je het sturende effect van de onderwaterprop mist.
Daarnaast heeft het naar voren leggen van het zwaartepunt door het ontbreken van de strakes een dramatisch effect op het stroomverbruik, strakes tillen de romp stapsgewijs uit het water, bij een gladde romp plakt de boot er aan vast.
Afgezien van de beperkingen van het ontwerp ben je bij de motorisering ietwat doorgeschoten, een belast toerental op 3S van bijna 48000 toeren aan de prop is iets voor een SAW boot, niet voor een jaren 60 ontwerp met een gladde bodem.
Met 2S heb je al voldoende toeren om de boot op z'n dak te krijgen.
De 2040 is maar een 'k.kt.motortje', eigenlijk aan de kleine kant voor het formaat van de Wiesel, zoals je al gemerkt hebt leidt overbelasting vrijwel direct tot rooksignalen.
Een motor met een diameter van 20 mm heeft op z'n best een rotor van 10-12 mm, die moet toeren kunnen maken en geen (te) grote wokkels moeten ronddraaien...
Wil je sneller, dan moet je het onderwaterschip aanpassen, of een ander rompontwerp kiezen.
Groeten, Jan.