FAQ voor botengedeelte - Work in Progress

Discussie in 'Bouwverslagen - Schepen' gestart door Indoorvlieger, 6 jun 2012.

  1. Baggeraar

    Baggeraar

    Lid geworden:
    31 jan 2010
    Berichten:
    15.448
    Locatie:
    H&NF
    Plaatjes kijken moet je maar in een stripboek doen.
    Lijkt me dat dit geen stap voor stap bouwhandleiding moet gaan worden in de trant van pak onderdeel xx van plaatje yy en plaats het op positie ab die te zien is op afbeelding dc
     
  2. Jarvin

    Jarvin

    Lid geworden:
    30 jan 2012
    Berichten:
    582
    Locatie:
    Arnhem
    toch maken plaatjes voor mij meer duidelijk dan tekst :oops:
     
  3. Baggeraar

    Baggeraar

    Lid geworden:
    31 jan 2010
    Berichten:
    15.448
    Locatie:
    H&NF
    Misschien als je voorstelt aan Henk waar en vooral wat voor plaatje je ergens bij wilt, dat hij dat dan wel wil verzorgen.
     
  4. Indoorvlieger

    Indoorvlieger Forum veteraan

    Lid geworden:
    3 mei 2010
    Berichten:
    12.803
    Locatie:
    Flevoland
    Plaatjes zitten zeker in de planning. Moet inderdaad wel gedoseerd. En meedenken en eventueel plaatjes aanleveren wordt ook zeker gewaardeerd.
     
  5. tradelord

    tradelord

    Lid geworden:
    4 mrt 2011
    Berichten:
    98
    Locatie:
    DEN HELDER N-H
    hier heb ik wat aan

    hier heb ik echt wat aan...

    bedankt indoorvlieger!!
     
  6. Atay

    Atay

    Lid geworden:
    17 aug 2011
    Berichten:
    51
    Locatie:
    Den Haag
    Prima topic dit!
     
  7. Indoorvlieger

    Indoorvlieger Forum veteraan

    Lid geworden:
    3 mei 2010
    Berichten:
    12.803
    Locatie:
    Flevoland
    Dank je. Mis je nog een vraag, stel hem gerust. Misschien is het een goede aanvulling.
     
  8. Indoorvlieger

    Indoorvlieger Forum veteraan

    Lid geworden:
    3 mei 2010
    Berichten:
    12.803
    Locatie:
    Flevoland

    Iemand nog iets wat echt in de FAQ zou moeten, behalve wat plaatjes hier en daar?
     
  9. Jarvin

    Jarvin

    Lid geworden:
    30 jan 2012
    Berichten:
    582
    Locatie:
    Arnhem
    Ik wil binnenkort een nieuwe boot bouwen en vraag me daarbij af:

    moet ik spanten maken met daarover dunne latjes en polyester

    of zonder latjes

    of moet ik een mal maken

    Maar ik weet niet of dat hier thuis hoort dus ik denk dat dit wel goed is zo :)
     
  10. zuiderkruis

    zuiderkruis

    Lid geworden:
    7 sep 2008
    Berichten:
    1.534
    Locatie:
    Sommelsdijk
    wat je zelf wil eerst maar eens uitzoeken wat je gaat bouwen
     
  11. Indoorvlieger

    Indoorvlieger Forum veteraan

    Lid geworden:
    3 mei 2010
    Berichten:
    12.803
    Locatie:
    Flevoland
    Dat is maar net wat je zelf wilt. Je kan ook spanten maken en dan opvullen met schuim, daar een mal van trekken. Kijk eens in Brecht zijn topic, en van andere bouwers die zelf een romp hebben gemaakt, dan zie je verschillende methodes.

    Misschien ga ik nog iets meer aandacht besteden aan zelfbouw-rompen, maar dan kan ik toch niet elke methode in detail gaan behandelen, dat is een FAQ op zich...
     
  12. Indoorvlieger

    Indoorvlieger Forum veteraan

    Lid geworden:
    3 mei 2010
    Berichten:
    12.803
    Locatie:
    Flevoland
    Welkom bij deze FAQ, "Boten, algemene tips".

    Na een tijdje in het botengedeelte meekijken en deelnemen aan de discussies daar, viel me op dat vaak dezelfde vragen voorbij komen. Ik vroeg me af hoe dat kon, aangezien er een compleet FAQ-gedeelte op dit forum staat, met diverse subcategorieën over modelschepen. Maar bij nadere beschouwing bleek dat FAQ-gedeelte grotendeels leeg. Na een tijdje erover te hebben nagedacht, heb ik voorgesteld een FAQ op te willen zetten voor boten. In overleg met de moderators is afgesproken dat ik dit zou proberen, en dit stukje is het resultaat. Hopelijk zal het beginnende schepenbouwers een zetje in de rug geven.

    Deze opzet van deze FAQ is om zoveel mogelijk algemeen toepasbare tips te bevatten. Ik heb niet overal verstand van, en het is dus goed mogelijk dat iemand anders een slimmere manier weet om hetzelfde of een beter resultaat te bereiken. Maar het is niet de bedoeling om uitgebreid uit te kauwen welke methode nu de beste is, ervaringen zullen nu eenmaal verschillen, en vaak komt persoonlijke voorkeur daarbij ook om de hoek kijken. Ik heb getracht zoveel mogelijk verschillende manieren in de FAQ te verwerken, zolang het niet ten koste gaat van de duidelijkheid, het moet immers wel overzichtelijk blijven. Daarom zal het in dit deel vooral over varende modellen gaan, dus waterdicht maken van de romp, tips voor motorkeuze, aansluiten electronica, etc...


    Na deze inleidende mededelingen, is hier dan het voorlopige resultaat. Iedereen alvast bedankt voor het meedenken, verbeteringen en de bijdragen die er ongetwijfeld zullen volgen.




    Hoofdstuk 1: afwerken rompen, waterdicht maken, etc.


    Algemene waarschuwing: Het werken met verf, lijm, hars en andere chemische producten, kan schadelijk zijn voor de gezondheid. Lees voor gebruik de aanwijzingen op de verpakking, en zorg altijd voor voldoende ventilatie. Je hebt niets aan een fraai afgewerkt model als je zelf na afloop niet ongeschonden uit de (bouw)strijd bent gekomen. :wink:



    Vraag 1:
    Hoe maak ik een houten romp waterdicht?

    Antwoord: Hier zijn meerdere mogelijkheden voor. Een optie is het hout insmeren met G4, een product van Vosschemie. Dit is een speciale lak die goed in het hout trekt en voorkomt dat er later nog water in het hout kan trekken. Het is erg dun, heb je een romp met delen waar je aan de binnenkant slecht bij kan, dan kun je daar mooi gebruik van maken door wat G4 in de romp te gieten, en deze wat te bewegen zodat het spul in elk hoekje en gaatje komt.


    Tip: Het teveel aan G4 niet terug gieten in de bus, dan zal de hele bus langzaam uitharden! Of op andere delen gebruiken, in een apart busje doen (blijft nog steeds de kans dat het binnen korte tijd al onbruikbaar is geworden, of anders weggooien.


    Een alternatief voor G4, wat mogelijk beter verkrijgbaar is, zijn sommige parketlakken, waaronder die van Glitsa. Belangrijk is dat het om een lak op Poly-Urethaan basis gaat. Tevens is het aan te raden de lak wat te verdunnen zodat het beter in het hout trekt. Desalniettemin blijft G4 onovertroffen.

    Het hout, insmeren met dunne Epoxy-hars of Polyester-hars, is ook een optie, ook hiermee wordt het hout goed afgesloten van water van buiten.

    Na deze impregneerlaag, is het tijd om de romp te plamuren, zodat kieren en oneffenheden kunnen worden weggewerkt. Polyesterplamuur is daar erg goed voor, let wel op dat niet elke soort goed geschikt is voor het gebruik in boten. Plamuur die in de jachtbouw wordt gebruikt is zeer geschikt, maar niet altijd even makkelijk verkrijgbaar. De zacht geel gekleurde fijne variant van Motip is dan een alternatief. Let goed op de opgegeven mengverhoudingen, een klein beetje meer verharder kan niet direct kwaad, maar te weinig of veel te veel geeft problemen. Nadeel van plamuur op polyesterbasis is de stank, en de kans op reageren op temperatuursveranderingen, waardoor het sneller zal scheuren.

    Belangrijk!: Bij het schuren van polyester plamuur ontstaat fijn schuurstof wat gevaarlijk voor de gezondheid kan zijn. Mondkapje op dus! "Kun je het dan niet nat schuren, met waterproof schuurpapier?" zal je je misschien afvragen. Dat kan wel, maar polyester heeft wel de neiging vocht op te zuigen, dus het is dan zaak de romp goed droog te maken, en zeker 24 uur of langer te laten drogen, voordat je een volgende laag aanbrengt, of dit nu verf is, meer plamuur, primer etc.


    Je hebt ook plamuur op basis van epoxy. Vaak alleen online te bestellen, maar wel minder stank en minder kans op scheurvorming na langere tijd. Wel extra goed opletten met de mengverhouding, die komt nogal kritisch! Verder duurt het uitharden langer, en hecht het vooral goed op polyester, epoxy, hout en metaal.

    Tip: Voor een goede hechting van de plamuur moet de ondergrond eerst worden geschuurd, stofvrij gemaakt en ontvet.


    Opmerking: Natuurlijk is het ook mogelijk om de romp gewoon in een paar lagen grondverf te zetten, maar het risico is dat er later kleine scheurtjes in de laklaag ontstaan, of door opwarmen en afkoelen, hetzij als gevolg van een aanvaring, is dan zeker flink groter dan bij andere methodes. Niet aan te raden dus, besteed liever wat meer zorg aan de afwerking in deze fase, dat is erg bepalend voor de houdbaarheid van je boot.



    Vraag 2: Ik wil mijn romp graag verstevigen, wat is de beste manier?

    Antwoord: Hoewel met bijvoorbeeld G4 behandeld hout harder zal zijn dan onbehandeld hout, kan het zijn dat er meer sterkte gewenst is. Hierbij is het bekleden van de romp met glasweefseldoek een goede methode. Vooral geschikt is het zogenaamde “keperweefsel” wat de eigenschap heeft dat het erg plooibaar is, en daardoor beter de contouren van de romp zal volgen. Als eerste stap wordt de romp ingesmeerd met epoxy, dan wordt het doek aangebracht, en met een kwast met epoxy verzadigd. Na uitharden vormt dit een zeer sterke “wapening” voor de romp.


    Vraag 3: Mijn romp is nu waterdicht (of was dat al in geval van een kunststof romp), hoe ga ik deze verder netjes in de verf zetten?

    Antwoord: Het is mogelijk dit met een kwast te doen. Zorg dat de verf goed verdund is, beter een paar dunne lagen om een mooie dekkende laag te krijgen, dan 1 dikke laag, met de kans dat de verf gaat druipen, en de droogtijd veel langer wordt. Voor spuiten, hetzij met spuitbus of spuitpistool/airbrush geldt dat net zo.

    Tip: bij kunststof rompen kan voor een betere hechting van de verf, een "primer" worden gebruikt. Deze primer kan ook op epoxy worden gebruikt, met hetzelfde doel.


    Voor extra bescherming kan er gekozen worden om, na het laten drogen van de laatste kleurlaag, en eventueel lichtjes opschuren met fijne korrel waterproof schuurpapier, blanke lak als afwerking erover te toen. Dit geeft extra bescherming. Kies wel een soort die UV-bestendig is, anders zal de lak later verkleuren, en komt je model er minder fraai uit te zien. Let er verder goed op dat je geen verschillende soorten verf over elkaar aanbrengt, dus niet de kleurlaag op acryl-basis (waterverdunbare verf) en dan een verf op terpentine-basis erover.


    Opmerking: Hoewel we het tot nu toe over houten rompen hebben gehad, is het ook mogelijk een (te) dunne kunststof romp met glasmat en hars op dezelfde manier te verstevigen.




    Hoofdstuk 2: inbouwen schroefassen etc.




    Vraag 1: Hoe kan ik onderdelen die door de romp naar buiten steken (schroefkoker, roer, boegschroeven) het beste vastzetten?

    Antwoord: Allereerst is het zaak de te lijmen delen goed te ontvetten, met bijvoorbeeld een oplosmiddel als alcohol 70% en de delen wat op te schuren, voor een betere hechting van de lijm. Veel gebruikt zijn Stabilit Express, een snelhardende lijm. Een langzaamhardende Epoxy, bijvoorbeeld UHU Endfest, geeft wat meer verwerkingstijd, en heeft meer kans om mooi in de naden te vloeien. Een eenvoudige Siliconenkit lijkt een optie, heeft als voordeel dat het wat trillingsdempend werkt, maar de hechting op metaal valt vaak tegen, dus niet echt een aanrader. Een kit op polyurethaanbasis, zoals TEC7, werkt wel weer uitstekend.

    Tip: Als er een flinke afstand zit tussen het einde van de schroefas, en waar deze de romp binnen komt, is het aan te raden om een extra steuntje tussen de as en de bodem van de romp te maken, om te voorkomen dat de as gaat slingeren.


    Bij het plaatsen van de roerkoker, is het zaak erop te letten dat deze voldoende steun heeft, en niet alleen maar aan de, vaak slechts een paar mm dikke, romp zit verlijmd. Anders is de kans groot dat deze losbreekt bij het bedienen van het roer, of een tikje ertegen, en de boot snel vol met water zal staan, als dit niet wordt opgemerkt. Een mogelijkheid is een blokje hout op de bodem te lijmen, waar de koker door naar boven komt, zodat deze meer “vlees” heeft. Of aan de bovenkant een steuntje te maken, dat aan de zijkant van de romp zit verlijmd (plaatjes volgen nog)


    Tip: Bij het lijmen met bijvoorbeeld Stabilit Express wordt het wel eens een knoeiboel binnenin, geen mooie strakke overgang tussen lijm, en delen van de romp waar geen lijm zit. Op zich maakt dit voor de sterkte van de verbinding niets uit, maar wil je extra netjes werken, plak dan de omgeving van bijvoorbeeld de schroefas af met schildersplakband. Na het lijmen even loshalen en je hebt een hele strakke lijmrand. Wel oppassen dat je met het loshalen de verlijmde delen niet beweegt.


    Boegschroeven zijn vaak achteraf niet goed meer bereikbaar. Sommigen hebben er daarom voor gekozen, om blijvende waterdichtheid te geranderen, voor en achter de koker van de boegschroef een schotje te plaatsen, en de ruimte tussen deze schotten vol te gieten met epoxy.



    Vraag 2: Waarmee kan ik de schroefas het beste smeren?

    Antwoord: In de handel zijn speciale smeermiddelen voor maritieme toepassing verkrijgbaar, bijvoorbeeld bij een watersportwinkel. Maar er zijn andere producten die net zo goed kunnen werken, waar makkelijker aan te komen is, en die vaak ook goedkoper zijn. Zo hebben veel leden goede ervaringen met "uierzalf" van Kruidvat, of zuurvrije vaseline.

    Het aanbrengen in de koker kan op verschillende manieren. Is er een smeernippel aanwezig, dan kun je de uierzalf in een potje doen, en opwarmen in een pannetje water. De uierzalf wordt dan vloeibaar, en kan makkelijk voorzichtig met een injectiespuit via de smeernippel worden ingespoten. Het is aan te raden om de as wat te draaien, zodat het smeermiddel zich beter kan verdelen.


    Een andere manier is de as geheel uit te nemen, en dan ruimschoots de koker aan 1 zijde in te spuiten met onverwarmd smeermiddel. Dan de as weer in de koker schuiven, zodat het smeermiddel wordt verdeeld. Als er genoeg in zit, zal er aan de andere kant van de koker een "rupsje" smeermiddel gaan uitpuilen. Gebeurt dat niet, herhaal het geheel dan, totdat er genoeg smeermiddel aanwezig is, en zet de as weer vast.


    Is het smeermiddel aan de dikke kant, dan is het beter wat minder te gebruiken, en niet de hele koker vol te zetten met vet. Anders bestaat de kans dat de as te zwaar gaat lopen, en de motor sneller warm loopt, door de extra weerstand.


    Er zijn ook assen die in principe geen smering nodig hebben, Raboesch heeft er een aantal in hun assortiment, en mogelijk zijn er meer aanbieders. Deze assen worden ook wel onderhoudsvrije assen genoemd. Dit heeft natuurlijk voordelen, maar ze zijn daardoor wel een stukje duurder dan een standaard as met koker.



    Vraag 3: Is het nodig om het roer te smeren?

    Antwoord: Als de bovenkant van de roerkoker boven de waterlijn uitsteekt, zal dit in principe niet nodig zijn. Maar, er zitten een paar addertjes onder het gras. Bij een aantal boten zal de achterkant wat in het water zakken als de boot sneller gaat, waarbij het best mogelijk is dat de bovenkant van de roerkoker wel onder de waterlijn gaat komen. Bovendien veroorzaakt het door de schroef weggestuwde water extra druk, waardoor de roerkoker snel een potentieel lek kan worden. Dus het is zeker aan te raden ook het roer te smeren. Net als bij de schroefas kan dit via een op de koker bevestigde smeernippel, en anders het roer uitnemen, wat vet in de koker, en roer weer terug plaatsen.




    Hoofdstuk 3: Motorisering, besturing en elektronica




    Vraag 1: Wat heb ik nodig om een boot op afstand bestuurbaar te maken?

    Antwoord:
    Kort samengevat, even uitgaande van een boot met 1 motor en 1 roer, een eenvoudige combinatie, zijn de volgende dingen minimaal nodig:

    - Zender (zorgt voor het signaal dat naar de boot wordt gestuurd)
    - Ontvanger (ontvangt het signaal van de zender en stuurt dat door naar aangesloten onderdelen, zoals een servo)
    - Electromotor
    - Snelheidsregelaar met BEC (BEC betekent dat je geen aparte accu voor de ontvanger nodig hebt)
    - Servo (zet het signaal van de ontvanger om in een draaiende beweging van ca 45 graden naar beide kanten)
    - Accu

    Simpel gezegd worden de servo (die het roer gaat bedienen) en de snelheidsregelaar op de ontvanger aangesloten. De ontvanger krijgt zijn stroom via de snelheidsregelaar, en via de antenne komt het stuursignaal van de zender binnen. De accu wordt aan de ingangskant aangesloten op de regelaar (let hierbij extra op de plus en min, 1 foutje kan een rokende regelaar betekenen!) en de uitgaande draden gaan naar de motor.

    Tip: Op de "Script Asylum" staan diverse schema's, die mooi weergeven hoe de componenten zijn aangesloten. R/C Calculations



    Vraag 2:
    Wat voor motor moet ik nemen?

    Antwoord: Het is lastig om daar zo een pasklaar antwoord op te geven. Veel hangt af van de toepassing. Is het een snel schip, of juist een sleper die veel kracht moet hebben? In het algemeen zijn motoren met een hoog toerental meer geschikt voor snelle schepen, en langzaam lopende motoren, die meer kracht hebben, meer voor bijvoorbeeld slepers. Wel is het mogelijk om met een vertragingskast van een motor met veel toeren, eentje te maken die minder toeren op de schroefas geeft, en meer kracht heeft.


    Een handig hulpmiddel bij het kiezen van een motor kan een "motorcalc" programma zijn, zoals deze Excel sheet (meer info in dit topic over modelberekeningen)

    Je kunt een aantal gegevens van je schip invoeren, en daar rolt dan een advies uit voor de motorisering, en ook voor de aanbevolen schroef. Een andere optie, waarbij je ook een scheepstype kan kiezen waarvoor de berekening wordt uitgevoerd, is dit alternatief

    Wel in het Duits, maar met een beetje inspanning moet daar wel uit te komen zijn.



    Vraag 3: Welke maat schroef moet ik kiezen? En maakt de draairichting nog uit?

    Antwoord: Ook hier is geen pasklaar antwoord op, wel een paar adviezen. Bij de zogenaamde "can" motoren, die uit een relatief eenvoudige metalen huls bestaan, zoals die uit de Graupner Speed serie, is de algemene richtlijn dat je beter de schroef niet groter kan kiezen dan de diameter van de motor. Motoren met extra koppel, zoals een 600 Turbo, heeft daar wat meer marge. Het in de vorige vraag genoemde "motorcalc" programma kan ook hier hulp bieden.


    Heb je een forse boot, met schroeven van 60 mm of zo, of groter, dan is het zeker aan te raden naar messing schroeven te kijken. Deze zijn wel fors duurder, maar vervormen minder onder belasting, en leveren meer stuwkracht. Ook bij kleinere maten kan een messing schroef beter presteren dan een kunststof exemplaar. Bij deze maten is de Robbe Dynamic schroef ook een optie. Deze heeft meer bladoppervlak en de bladen maken een steilere hoek met de as (dit wordt ook de "spoed" van een schroef genoemd) dan een standaard schroef, zoals vaak bij een bouwdoos wordt meegeleverd, en kan een goedkoop alternatief zijn voor meer stuwkracht.


    Wat betreft de draairichting, een boot met 1 schroef zal licht naar 1 kant wegtrekken, door het zogenaamde wieleffect. Zo zal een boot die, van achteren gezien, een rechtsom draaiende schroef heeft, met het roer perfect in het midden, flauw naar links afbuigen en waarschijnlijk linksom een kortere draaicirkel hebben. Achteruit varend heb je het tegenovergestelde effect, de achterkant zal naar links willen, en de boeg dus naar rechts draaien. Een van achteren gezien linksom draaiende schroef (let op, fabrikanten als Raboesch kijken juist vanaf de motor!) heeft een klein voordeel over een rechtsdraaiende, omdat deze eerste zichzelf juist vaster op de schroefdraad van de as wil draaien, en dus minder snel los zal komen van de as.


    Bij boten met meerdere schroeven is het aan te raden deze contra te laten draaien, dan wordt het wieleffect gecompenseerd. Bij 3 schroeven of meer altijd de buitenste tegengesteld kiezen, en de middelste maakt dan niet uit. Bij echte schepen maakt het soms sterk uit welke kant de buitenste schroeven op draaien, voor modelschepen is het praktisch om de rechter schroef rechtsom te laten draaien, en de linker linksom.


    Tip: Als je een schroef koopt, moet je een draairichting aangeven. Helaas kijkt de ene fabrikant voor de draairichting vanaf de motor, en een andere juist vanaf de achterkant van het schip. In Nederland is de laatste manier het meest gebruikelijk, dus dat zullen we als basis aanhouden. Dus een schroef die rechtsom draait om de boot vooruit te laten gaan, zullen we een rechtse schroef noemen. Heb je moeite om te bepalen welke kant de schroef op moet draaien om de boot vooruit te laten gaan, leg dan in gedachten de schroef zo neer dat 1 blad recht omhoog wijst. Ligt de rechterzijde van dat blad dichter bij het tafeloppervlak, dan is het een rechtse schroef. Is het andersom, dan een linkse. De volgende tabel geeft per fabrikant aan welke richting zij diezelfde schroef geven:

    Robbe - linkslopend
    Raboesch - linkslopend
    Graupner - linkslopend
    Propshop - rechtslopend



    Vraag 4: Ok, ik heb nu een passende motor, hoe bouw ik deze netjes in?

    Antwoord: Het makkelijkst is met een in de winkel gekochte motorsteun. Deze bestaat alleen vaak uit een stukje haaks omgebogen, vaak wat dun, metaal, en is wat flexibel. Daardoor kan de uitlijning van de motor wat veranderen, en de motor gaan bewegen als hij draait. Meestal wordt zo'n steun op een in de romp gelijmd blokje hout geschroefd, eventueel met een laagje trillingdempend materiaal tussen onderkant steun en hout, om het geluid te beperken.

    Je kan zo'n steun ook zelf maken, meestal wordt dan meteen wat steviger metaal gebruikt, waardoor het echt een "steun" is.


    Een spant in de romp lijmen, waar de motor door kan steken, is ook een veelgebruikte methode. Hiermee worden de krachten op de motor beter over de romp verdeeld, en de romp krijgt er ook extra sterkte van.


    Tip:
    Let er wel op dat er extra openingen in het motorspant komen, als de motor over koelopeningen beschikt aan de zijde waar de as uitsteekt. Anders zal de motor sneller warm worden en na langer varen defect kunnen raken.


    Een laatste manier die ik hier zal noemen, is de motor simpelweg vastzetten met de eerder bij het verlijmen van de schroefaskoker aangehaalde TEC7 kit. Voordeel is wederom de uitstekende demping van trillingen, nadeel is dat de motor niet even los te schroeven is, maar alleen te verwijderen door met een scherp mes de laag kit door te snijden.


    Tip:
    Zorg bij het bepalen van de plaats voor je motorsteun, spant of welke manier dan ook, dat de motor zo netjes mogelijk in lijn staat met de schroefas. Dit scheelt trillingen, dus lawaai, snelheidsverlies, slijtage, en stroomverbruik. Een handige manier om de uitlijning te controleren is de motor op een lage spanning te laten lopen, met een ampèremeter tussen motor en accu. De stand waarbij de minste stroom loopt, is de stand waarbij je aandrijving het minste weerstand geeft, en dus het best is uitgelijnd. Je kan ook een starre koppeling tussen motor-as en schroefas zetten, bijvoorbeeld een buisje wat net om beide assen klemt. Dan zal je motor al zo goed als perfect in lijn staan met je schroefas.



    Vraag 5: Welke koppeling kan ik het beste gebruiken om motor en schroefas te koppelen?

    Antwoord: Dat hangt sterk van het type motor af, en dan vooral hoeveel deze belast gaat worden. Bij kleinere scheepsmodellen, die bijvoorbeeld van een 2 mm schroefas zijn voorzien, zal een koppeling van een stukje rubber- of siliconenslang prima voldoen. Een eventueel minimaal verschil in uitlijning wordt mooi opgevangen, en het dempt ook trillingen. Nadeel is dat het rubber kan uitdrogen en inscheuren, zodat de koppeling gaat slippen.


    Een variant op deze koppeling gebruikt een stuk rubber in het midden, en 2 gekartelde bussen, waarvan eentje op de schroefas komt, en eentje op de motoras. Deze koppeling kan zwaarder belast worden.


    De kruiskoppeling is ook erg gangbaar. Voordeel is dat je ook in situaties waar de motor gewoon niet perfect met de as uitgelijnd kan worden, een redelijk hoogteverschil kan overbruggen. Wel is het zaak dat verschil zoveel mogelijk te beperken, anders gaat er meer energie verloren in de koppeling, door wrijving, en vaak zal de aandrijving meer herrie gaan maken. Over het algemeen is dit type koppeling goed bestand tegen hogere belastingen, maar is niet onverwoestbaar.


    De sterkste koppeling is het type dat uit een metalen buis bestaat, die een starre verbinding tussen motor en schroefas tot stand brengt. De uitlijning moet dan wel goed in orde zijn, anders gaat het wringen. En er is totaal geen demping tussen de motor en de schroefas. Maar meestal is wat extra geluid geen probleem bij boten waar dit soort koppeling wordt toegepast, je vindt ze vaak in snelle schepen en speedboten.



    Vraag 6: Hoe sluit ik een servo aan op het roer?

    Antwoord: Je zal wellicht hebben opgemerkt dat er bij de servo een aantal hevels is meegeleverd. Vaak eentje in de vorm van een plus-teken, met een aantal gaatjes erin. In die gaatjes kun je een stuurstang haken. Nu moet er op de as die in het roer zit, ook een hevel komen, om de beweging van de servo over te brengen naar het roer. Bij bouwdozen zit wel eens een hevel meegeleverd, maar vaak is deze van het type dat tussen 2 schroeven met ringen op de as wordt geklemd. Dit is vragen om moeilijkheden. Kies bij voorkeur een roerhevel van dit type:

    [​IMG]

    Deze werkt met inbus (het is aan te raden een plat kantje aan de as van het roer te vijlen op de plek waar de inbusbout op de as drukt) en zeer degelijk. Bij veel boten is het roer na het plaatsen van het dek minder goed bereikbaar, dus tijd investeren in een degelijke aansturing van het roer, is snel terugverdiend.


    Tip: Door een ander gaatje te kiezen op de stuurhevel op de servo, of die bij het roer, kun je de uitslag van het roer aanpassen. Dit is handig als je geen computerzender hebt, waarbij je de uitslag electronisch kan afstellen.



    Vraag 7: Welke accu moet ik kiezen?

    Antwoord: Zoals met meer vragen in dit topic het geval is, hangt dit sterk af van het type schip dat je hebt en de afmetingen. Verder is het ook handig om te weten hoeveel ampère(s) je motor(en) vragen bij vol gas. Je accu moet immers wel in staat zijn die stroom te kunnen leveren.

    Bij zware schepen, die flink wat gewicht nodig hebben om diep genoeg in het water te liggen, is de loodaccu (Pb) een goede optie. Deze brengen immers al flink wat gewicht mee. Nadeel is dat ze minder geschikt zijn om flinke stromen in ampères te leveren, en dat het laden vaak lang duurt.

    De Nickel-Metaal-Hydride accu (NiMH) is een stuk lichter, en kan hogere stromen leveren. Ze zijn ook sneller laadbaar, de betere cellen in een uur of nog vlotter. Nadeel is vooral dat ze bij niet gebruiken relatief snel hun spanning verliezen, op de Eneloop cellen van Sanyo na. Alleen zijn deze weer minder geschikt voor het leveren van hoge stromen, en alleen tot formaat penlite (AA) verkrijgbaar. Als je het gewicht van je boot wil beperken, een goede keuze.

    Op lithium gebaseerde accu's, waarvan het Lithium-Polymeer type (LiPo) de bekendste is, zijn tegenwoordig ook erg populair. Nog lichter dan de NiMH cellen, dus meer energie-inhoud per gram accu, ze kunnen uitstekend een constante hoge stroom leveren, mogen vaak zeer snel geladen worden (in een half uur, of nog korter) en blijven na het laden lang op spanning, dus gebruiksklaar. Nadeel is dat net iets te diep ontladen de accu kan beschadigen, of zelfs compleet onbruikbaar kan maken. Er zijn ook varianten die minder kwetsbaar zijn, maar die kunnen vaak minder hoge stromen leveren. Als elke gram telt, of de andere voordelen zwaarder wegen dan het nadeel dat je ze met extra zorg moet behandelen, is er geen krachtiger akku te vinden.


    Tip: Elders op dit forum zijn voor de genoemde accutypen FAQ topics gemaakt, waar per soort een uitgebreidere uitleg wordt gegeven over de voor- en nadelen van deze accu's en hoe ze te behandelen. Deze topics vind je hier: http://www.modelbouwforum.nl/forums/...aadtechnieken/

    Het is beslist aan te raden deze topics aandachtig door te nemen, bij electro-aangedreven boten is het immers zo dat je boot net zo goed zal varen als de conditie van je accu is.



    Vraag 8: Welke lader heb ik nodig?

    Antwoord: Er zijn vele soorten laders, met verschillende prestaties. Sommige kunnen grote Lipo accu's in een half uur "volpompen", terwijl anderen daar veel langer voor nodig hebben. Vaak zijn dit soort krachtige laders ook prijzig. Maar als je niet die extreme prestaties nodig hebt, is een goedkopere, eenvoudige universeellader een goed begin. De Imax B6 is dan een optie, deze kan LiPo-, NiMh-, NiCad- en Loodaccu's laden. Deze lader is onder vele merknamen te koop, maar het basisontwerp is meestal direct te herkennen. Let wel op, er zijn ook klonen van deze lader in omloop, die soms minder van kwaliteit kunnen zijn, al hoeft dat niet het geval te zijn.

    [​IMG]



    Vraag 9: Hoe moet ik alles aansluiten bij 2 motoren?

    Antwoord: Hier zijn meerdere opties voor, hier volgen een paar gangbare oplossingen.

    - Het eenvoudigste is beide motoren op 1 regelaar te zetten, waarbij dat dan natuurlijk wel eentje moet zijn die genoeg stroom aankan om 2 motoren te kunnen aansturen. Nadeel is dat je geen gebruik maakt van de extra mogelijkheden die 2 motoren kunnen bieden.

    - Door voor elke motor een aparte regelaar te gebruiken, komen meer mogelijkheden binnen handbereik. Elke motor is dan apart te besturen, waardoor je zelfs kan draaien op de plaats. Rechtuit varen is dan wel wat lastiger, omdat je voor beide motoren een stick moet bedienen, en dan ook nog de roeren. Om dit makkelijker te maken zijn er zogenaamde "twin-sticks" uitgevonden. Daarbij wordt 1 normale kruisknuppel omgebouwd tot 2 verticaal bewegende gashandels, die makkelijk tegelijk omhoog kunnen worden geduwd, maar ook onafhankelijk kunnen bewegen.

    - Een derde optie is ook aparte regelaars te gebruiken, en deze te koppelen middels een zogenaamde mixer, in dit geval een "master/slave" type. Dat is een stukje electronica waardoor je kan regelen dat de ene regelaar de andere volgt, maar ook op afstand deze koppeling verbreken, zodat de regelaars weer apart kunnen worden bestuurd. Zenders met programmeermogelijkheden hebben vaak ook deze optie, zodat je geen losse mixer-schakeling hoeft te kopen.



    Vraag 10: Wat is beter, een aparte ontvanger-accu, of een BEC-systeem?

    Antwoord: Beter is afhankelijk van de toepassing. Bij een boot waar de ruimte en/of de maximale "belading" beperkt zijn is een BES-systeem een mooie manier om een accu uit te sparen. Je zal iets korter kunnen varen, maar dat zal ruimschoots opwegen tegen de voordelen van een lichtere boot.

    Zijn ruimte en extra gewicht geen probleem, dan is een aparte ontvangeraccu aan te raden. Zo kan het voorkomen dat bij een dot gas geven de spanning van de accu even inzakt, en dat kan tot gevolg hebben dat de dor de BEC aan de ontvanger geleverde spanning ook even inzakt, en sommige ontvangers raken daardoor even de verbinding met de zender kwijt. Een ander nadeel van een systeem met BEC is dat een geblokkeerde schroef zou kunnen zorgen dat de zekering tussen snelheidsregelaar (waarvan meestal de BEC wordt gebruikt) eruit springt, zodat alles zonder stroom zit. Met een losse ontvangeraccu blijft de rest van de boot nog onder spanning, en soms kun je dan nog naar de kant komen.

    Tip: Als je meerdere regelaars in je boot hebt, en deze allen over een BEC-systeem beschikken, mag er maar van 1 regelaar de kabel die de BEC spanning levert, aangesloten zijn op de ontvanger. Dit kun je bereiken door het rode draadje uit de kabel tussen regelaar en ontvanger door te knippen, of, minder destructief, het pennetje uit de connector te duwen, en met een plakbandje aan de andere draden vast te plakken, zodat het blanke metaal van de contact-pin goed afgeschermd is



    Vraag 11: Hoe maak ik werkende verlichting, en hoe sluit ik dat aan?

    Antwoord: Ten eerste heb je de keuze tussen de "klassieke" gloeilamp, in miniatuurformaat dan natuurlijk, en de meer moderne LED. Gloeilampjes hebben vaak een zachter, warmer licht, met meer spreiding dan LEDs, maar ze worden wel warmer en hebben mede daardoor een beperkte levensduur. LEDs gaan beduidend langer mee, en het probleem van de mindere spreiding kan opgelost worden door de buitenkant met fijne korrel waterproof schuurpapier iets op te ruwen. Bij LEDs moet wel erop worden gelet hoe ze worden aangesloten, ze laten stroom maar in 1 richting door, in tegenstelling tot gloeilampen, waarbij het niet uitmaakt hoe je ze aansluit. Voor meer informatie over het werken met LEDs is het leerzaam om eens hier te kijken


    Tip: Om na te kijken welke lichten waar moeten komen op je schip, is dit topic erg handig.



    Vraag 12: Hoe sluit ik een bluspomp aan?

    Antwoord: Een werkend bluskanon is een populaire functie in een boot. Op zich niet overdreven moeilijk te realiseren, maar er zijn wel een paar dingen waar je op moet letten. Ten eerste, kies de plek voor de waterinlaat zodanig dat je er later nog makkelijk bij kan. Zorg ook dat, net als bij het roer, het pijpje wat je in de romp lijmt en waar de slang naar de pomp op komt, extra steun heeft in de romp, dus bijvoorbeeld door een blokje hout of kunststof loopt, zodat niet de lijm alle krachten op hoeft te vangen. Het zou sneu zijn als je een keer tegen het buisje stoot, en later merkt dat het is gaan lekken, wat een dure grap kan zijn. Het is ook aan te raden de waterinlaat van een zeefje te voorzien, om de pomp tegen vastlopen te beschermen.

    Voor de pomp kun je er eentje kopen in de hobbywinkel, maar een pompje van de ruitensproeier van een auto kan ook prima werken, en is vaak goedkoper. Houdt er wel rekening mee dat een pomp ook niet "zelfaanzuigend" kan zijn, dus dan geen water op kan zuigen als deze boven de waterlijn is geplaatst. Het beste is dat vooraf even buiten de boot te testen voordat de pomp een plaatsje krijgt. Om de pomp aan te sturen kun je een electronische schakelaar gebruiken, of een mechanische, bediend door een servo. Heb je een kanaal vrij op je zender dat door een schuifknop, draaiknop of stick wordt bestuurd, dan zou je de pomp ook op een snelheidsregelaar kunnen aansluiten. Voordeel is dat je dan de lengte van de waterstraal traploos kan regelen door de pomp meer of minder "gas" te laten geven.

    Zorg er ook voor dat de slangen tussen pomp en waterinlaat, en pomp en bluskanon, goed vast zitten. Met een dunne tie-wrap, of een stukje binddraad, kun je een goede slangenklem maken, die veel ellende kan voorkomen. Is alles gemonteerd, laat dan de installatie een tijdje draaien om te testen of er niet toch ergens wat lekt. Het kost even tijd, maar die tijd betaalt zich snel terug als je daarna een betrouwbare blusinstallatie hebt.




    Hoofdstuk 4: Veiligheidsmaatregelen



    Klinkt erg serieus, maar dit hoofdstuk gaat er meer om hoe je schip heel te houden. Al heb je alles netjes en waterdicht ingebouwd, een ongeluk zit vaak in een klein hoekje. Soms kun je met een paar simpele aanpassingen de gevolgen beperken. Deze zullen we, in willekeurige volgorde, voorbij laten komen.


    1 - De onzinkbare boot:

    Om herhaling van de geschiedenis te voorkomen (de naam "Titanic" zal de meesten wel wat zeggen...) kun je extra drijfvermogen creëren. Dan kan door luchtkasten aan te brengen, dus zeg maar ruimtes die aan alle kanten afgesloten zijn. Komt er buiten het gedeelte waar de luchtkasten zitten een lek, dan zal de boot door het resterende drijfvermogen blijven drijven. Slaat er een lek in een luchtkast, dan zal hooguit dit deel vol lopen, en vaak nog niet eens helemaal, omdat de in de luchtkast gevangen lucht steeds verder wordt samengeperst, totdat die druk net zo groot is als die van het binnendringende water.

    Een andere manier om extra nood-drijfvermogen te hebben, zijn de zogenaamde "poolnoodles" die o.a. bij de Action te vinden zijn, maar vast ook elders te koop zullen zijn. Deze ronde staven "schuim" hebben als voordeel op luchtkasten dat ze niet lek kunnen raken.



    2 - Lekkage tijdig opmerken:

    Als je boot flink dieper gaat liggen merk je meestal wel dat er een lek is, maar dan kan het al te laat zijn om deze naar de kant te laten varen. Hoe hoger het water staat in de romp, des te groter de kans dat de elektronica kortsluiting zal maken, en de besturing niet meer werkt. Dus hoe eerder je merkt dat er wat mis is, des te beter. dit kan door een watermelder in te bouwen. Simpel gezegd bestaat deze uit een zoemer/luidsprekertje, een "voeler" (die zou kunnen bestaan uit 2 metalen contactjes op kleine afstand van elkaar) en een stukje elektronica dat de luidspreker een signaal laat geven als de sensor "nattigheid voelt". Zorg er wel voor dat de voeler het diepste punt van de romp zit, waar het water het eerste naartoe zal lopen bij een lekkage.



    3 - Lekwater afvoeren voordat het kwaad kan:

    In echte boten is vaak een zogenaamde "bilgepomp" aanwezig, om water wat zich onderin het schip verzameld heeft, naar buiten te pompen. Dit kan natuurlijk ook in een model worden toegepast. Het principe is gelijk aan een bluspomp (wordt ook besproken bij elektronica) alleen wordt het water nu niet van buiten de romp aangezogen, maar bij voorkeur vanaf het laagste punt in de romp. Bediening kan met een afstandbestuurde schakelaar, of geheel automatisch, door de pomp aan te laten sturen door een watermelder.

    Aangezien er in het model vaak wat "rommel" achterblijft (snippers ABS / stukjes hout of multiplex / isolatie van gestript draad of een moertje M2 wat uit je vingers viel tijdens de bouw) verdient het aanbeveling om de aanzuigopening van zo'n bilgepomp te voorzien van een filter. Dat kan een stukje simpel stukje ABS zijn, voorzien van kleine gaatjes, een stukje panty of metaalgaas van een theezeefje. Anders komt die rommel op den duur in de pomp terecht en dat betekent meestal "einde pomp". Tevens een reden om af en toe eens de binnenzijde van je model schoon te maken...


    Toch water binnen gekregen in de boot, wat nu?

    Als ondanks deze maatregelen het mis is gegaan, is het zaak het water zo snel mogelijk te verwijderen, en te voorkomen dat de ingebouwde componenten nat worden, als die nog niet in het water hebben gestaan. Is het laatste het geval, dan is de meest eenvoudige manier om de boot snel leeg te krijgen, deze op de kop te houden. Let wel op losse onderdelen als accu's, dat die niet uit de boot vallen. Is het water nog niet bij de RC spullen gekomen, dan biedt een injectiespuit uitkomst. Daarmee kun je prima het water wegzuigen, eventueel ook met keukenrol de laatste vochtigheid opnemen. Condens en elektronica zijn geen vrienden...

    Zijn de RC onderdelen toch (flink) nat geworden, dan geeft dit topic een prima uitleg wat te doen om de schade te beperken. Met een beetje geluk zal er zelfs helemaal geen schade zijn, maar dat hangt grotendeels af van of er tijdig actie is ondernomen om op de juiste manier de apparatuur droog te krijgen.



    Tot zover. Rest me nog iedere (beginnende) modelkapitein een behouden vaart te wensen!

    Gr. Henk alias Indoorvlieger


    (laatste update: 1 oktober 2012)
     
    Laatst bewerkt door een moderator: 24 dec 2015
  13. jandootjes

    jandootjes

    Lid geworden:
    2 mrt 2010
    Berichten:
    1.304
    Locatie:
    Appelscha
    Goed bezig Henk

    voor begginende modelbouwer de uitkomst;)

    Jan
     
  14. Neptunus

    Neptunus

    Lid geworden:
    4 feb 2007
    Berichten:
    191
    Kan ik beamen, een heeeeeeeeeeeeeeeeeeeeel handig stukje heb je daar geschreven! Bedankt daarvoor!
     
  15. Indoorvlieger

    Indoorvlieger Forum veteraan

    Lid geworden:
    3 mei 2010
    Berichten:
    12.803
    Locatie:
    Flevoland
    Blij dat te horen. Ik denk dat de tekst van de huidige FAQ zo al aardig compleet genoeg is om naar het FAQ gedeelte overgezet te worden. Mochten er later nog dingen toegevoegd moeten worden, dan kan dat natuurlijk altijd nog gebeuren.
     
  16. Stevo

    Stevo Forum veteraan

    Lid geworden:
    22 jan 2004
    Berichten:
    6.175
    Locatie:
    Brugge-België
    [mod] FAQ is online, dank voor de inzet![/mod]
     
  17. Indoorvlieger

    Indoorvlieger Forum veteraan

    Lid geworden:
    3 mei 2010
    Berichten:
    12.803
    Locatie:
    Flevoland
    Graag gedaan. Ik hoop dat het beginnende kapiteins zal helpen, en misschien ook kan werken als geheugensteuntje voor personen met meer ervaring. En net als een model, is een FAQ niet snel "af", aanvullingen zijn nog steeds welkom.
     
  18. setsunakaede

    setsunakaede

    Lid geworden:
    19 jun 2011
    Berichten:
    2.488
    Locatie:
    Zoetermeer
    Een hele goede ontwikkeling!
    Bedankt Henk en Stevo!
     
  19. Baggeraar

    Baggeraar

    Lid geworden:
    31 jan 2010
    Berichten:
    15.448
    Locatie:
    H&NF
    zojuist al weer een verwijzing gedaan. makkelijk te vinden nu.
     
  20. Jarvin

    Jarvin

    Lid geworden:
    30 jan 2012
    Berichten:
    582
    Locatie:
    Arnhem
    ziet er goed uit!!!! en mooi dat het af is. Misschien is het ook een idee dat de mods van het scheepsmodelbouw stukje dit in hun handtekening zetten en de mensen die heeeeeeel veel posten :)

    (ik mis alleen nog steeds plaatjes :oops: )
     

Deel Deze Pagina