Je maakt nu een vergissing tussen drukval door smoring, en drukval door reductie.
Als er een reduceer tussen zit, dan kun je spreken van "300 bar voor, 100 bar na", omdat de druk na de reduceer actief geregeld wordt, ongeacht de flow (theoretisch, in de praktijk zijn er lichte schommelingen). Een reduceer is ALTIJD one-way, en is hier niet toepasbaar, ik betwijfel zelfs of je dat met een omloop met terugslagklep kunt oplossen.
Ik kom echter maar heel weinig reduceerventielen tegen in hydrauliek. Ik zie ze alleen bij bijvoorbeeld regelingen van hydromotoren en dan zijn het vaak nog geeneens echte reduceren maar meer flow-controllers.
Een drukval door smoring, is altijd afhankelijk van de flow, en van de "tegenwerking" van het erachter hangende apparaat.
Als jij olie in de cylinder pompt via een smoring, en die cylinder ondervind weerstand, dan zal uiteindelijk de druk in die cylinder gewoon oplopen tot die 300 bar. Hij beweegt wel langzamer, maar als je 200 bar nodig hebt om die dikke steen op te tillen, dan zal een reduceerventiel de boel bij honderd bar stoppen, een smoring zal langzamer gaan stromen, maar gewoon doordrukken tot die 200 bar er is.
Om nog even terug te komen op die drukken en wat er nu precies gebeurt met je seals:
Je uitwendige seals (afdichting zuigerstand naar buiten toe) hoef je je niet zo heel erg druk om te maken. Dat seal heeft altijd de verschildruk tussen buitenlucht en olie, dus die houdt vrijwel altijd wel. Meestal (niet altijd) gaan die seals tot een bar of 1500 dus die kunnen echt een hoop hebben.
Wat er fout kan gaan met die tegendrukken aan weerszijden van de zuiger is het volgende: Je cylinder loopt onbelast en je pompt via de ongesmoorde kant. Er is dus een hoge druk en weinig verschildruk.
Het seal ligt dus niet heel erg strak tegen de cylinderwand, en dat geeft niet, want er staat verder ook geen kracht op de stang. Je zou onder die omstandigheid de cylinder de hele dag heen en weer kunnen bewegen zonder schade aan te richten.
Nu komt de cylinder een weerstand tegen (jij graaft en je laadschep stuit op een steen o.i.d.) en wordt de zaak opeens heel anders: Nu ontstaat er razendsnel een drukverschil, terwijl er al een hoge druk aanwezig is en het seal nog niet aanligt. Het zal een beetje gaan lekken terwijl het seal bezig is "op zijn plek te schieten".
Er lekt dan een klein beetje olie onder hoge druk, en die olie werkt het settlen van het seal tegen. De hoge stroomsnelheden kunnen dan het seal beschadigen. De lekkage wordt dan erger, en die lekkage werkt het settlen nog meer tegen, en het seal "collapst".
Zou zoiets vanuit stilstand gebeuren, dan moet de druk zich nog opbouwen terwijl het seal zich aanlegt, en is de lekkage van veel lagere snelheid en druk, en dus de beschadiging treedt niet op.
Op zich, kunnen die hoge drukken, en zelfs die hoge drukken aan weerszijden, weinig kwaad. Het wordt pas vervelend, als de belasting van de cylinder heftig wisselt (schokbelastingen) terwijl er aan weerszijden van de zuiger een hoge druk aanwezig is.
Als er maar aan één kant hoge druk is, dan ligt het seal al aan, en kunnen schokbelastingen weinig kwaad.
Groet, Bert
PS: de termen kunnen wat verwarrend zijn, haal dus niet reduceerkoppeling (koppeling van de ene leidingdiameter naar de andere) en reduceerventiel of kortweg "reduceer" (apparaat wat van een hoge ingangsdruk een constante lagere uitgangsdruk maakt) en "smoring" (domweg een (instelbare) vernauwing van de doorlaat) door elkaar.