Hallo Skid,
N.P.S. heeft het al uitgelegd en de praktijk is dus inderdaad, dat zodra de boten groter worden, het voltage omhoog gaat en het KV naar beneden.
Binnen de beperkingen van de wedstrijdklassen kun je daar mooi mee experimenteren; omdat je een gewichtslimiet op de te gebruiken lipo hebt, ben je dus ook beperkt in de capaciteit, die je kunt meenemen.
Ga je voor een 2S set-up, dan wordt dit een 3900KV toerenmonstertje en een kleine prop (klein, omdat anders het stroomverbruik de pan uit rijst en je wel snel bent, maar niet voor de hele vaartijd van zes minuten), wat resulteert in een boot die wel een hoge topsnelheid heeft, maar erg lang nodig heeft om die te bereiken, onpraktisch als je rond een 30 x 30 x 30 m driehoek raced.
Ga je voor 3S, dan kom je qua KV uit tussen de 1600 en 2200KV en kun je props van 42K (bij de 2200KV) tot een 45K (de 1600KV motor) draaien en toch de vaartijd halen, terwijl de topsnelheid misschien iets lager ligt, maar de acceleratie vanuit de bochten veel beter is.
Ben je niet gebonden aan gewichtsbeperkingen, dan kun je grotere lipo's meenemen en eventueel parallel gebruiken, zodat je langer de benodigde stroom kunt leveren (langere vaartijd).
Bij de set-ups met de hogere Voltages (6 - 12S) worden de motoren steeds groter en gaan vanwege de beperkingen in de constructie, de toerentallen per volt omlaag.
Effectief blijf je met de werkbare toerentallen tussen de 20000 en 35000 hangen; dan werken de motoren effectief, ben je de lagers niet aan het verpesten en kun je met voldoende grote props werken (groter is effectiever, tot het punt, waar je last krijgt van het koppel en de boot scheef gaat varen...).
Groeten, Jan.