Ik heb ook Engelse Non Shrinking Dope die ik op modellen gebruikt heb, maar ook dat spul geeft ook een wat zacht oppervlak in plaats van het 'poing - poing' van spanlak. Verder ken ik Ceta Bever celluloselak, die zou ook niet krimpen. Maar wat het effect daarvan op tissue is, daar heb ik geen recente voorbeelden van.
Op de linkerbovenvleugel hoort ook een Amerikaanse kokarde. Daarvoor had ik eerst een deel van de vleugel wit gespoten. Voordat het grijs er op ging, had ik weer een sjabloon uit de tekening gesneden, en die ingespoten met spuitlijm en op de juiste plek geplakt. Op de foto is de grijze Tamiya verf nog niet droog, en is te zien dat het tissue opbolt.
ik gebruik eze dope ook over vlies bespanning en vind het perfect werken . mod podge werkt het zelfde en dat kan ik gewoon bij Bol bestellen .
Omdat de beschildering van de romp en de vleugel in elkaar over moet lopen, was het tijd om de vleugel onder de romp te lijmen. Dat ging zonder problemen, het was alleen zaaks om te zorgen dat de vleugel de juiste instelhoek had en alles haaks bleef. Daarna moest het vloeistuk tussen vleugel en romp worden gemaakt van de papieren vormen van de tekening. Om de tekening te sparen heb ik het betreffende deel gekopieerd, en de vormen uit de fotokopie gesneden. Het was nogal een gepruts om te vinden hoe zoiets precies geplaatst moest worden, totdat ik op het idee kwam om het papier eerst over de steel van een penseel te rollen, om het alvast voor te vormen. Toen bleek dat de bovenrand gewoon langs het onderste romplatje gelijmd kon worden, en de onderkant op z'n plaats op de vleugel geduwd/gewreven worden. Alleen aan de achterkant is de passing met het onderste papieren vormstuk nog niet goed. Nog even puzzelen hoe dat precies moet.
De afgelopen dagen tussen andere bedrijven door een aantal uurtjes besteed aan het afbouwen van de Dauntless. Ten eerste ben ik afgestapt van het idee om de vloeistukken tussen vleugel en romp helemaal volgens tekening van papier te maken. Vooral het stuk achter de vleugel werd niks, de papieren vormen pasten niet goed op elkaar en het papier hield geen strakke vorm. Dus heb ik de achterste delen van zeer licht 1 mm balsa gemaakt. Dat gaf meer stevigheid, zodat het papieren onderstuk zich op eens wel wist te gedragen. Aan de voorkant idem dito, hier heb ik tussen vleugel en rompneus kleinere stukjes 1 mm pas gemaakt nadat de papieren delen waren verwijderd. Op de neus hoort nog een luchthapper, die ook nog eens goed dienst doet doordat hij iets meer ruimte geeft voor het pijpje van de CO2 motor. Volgens de tekening ook geheel van papier, maar ook hier 1 mm balsa opstaande randjes gemaakt, met daar papier overheen. Tot slot heb ik het hele model nagelopen op loszittende tissue randjes, en die met beetjes UHU Hart vastgeplakt. Nog wat tissue op de nieuwe balsa delen, de papieren vormstukken kregen een paar laagjes spanlak, en nu is de Dauntless klaar voor zijn uiteindelijk kleurenschema. Gisteren een boekwerkje gekocht over de Dauntless. Daar had ik er al een paar van, maar deze uitgave heeft op de voorpagina een kleurenfoto van het kleurenschema wat ik wil gebruiken. Leuk voor de informatiemap! Eén van deze kisten moet het worden. Een minimum aan complicaties! Het gaat om VMS-3, die vanaf de Maagdeneilanden anti-zeeboot patrouilles vlogen.
De Dauntless vordert gestaag. Inmiddels moet qua structuur alleen de cockpitkap er nog op. Verder nog wat details om hem op te leuken. Het gewicht is nu 50 gram. Het zwaartepunt ligt te ver naar voren, dus het tankje moet verder naar achteren in de romp gefoefeld worden. Het motorkapje is te zwaar. Het weegt maar liefst 4 gram! Er zit gewoon veel te veel hout in. Daar kan rustig wat van weggehaald worden.
Nadat ik de cockpitkap op de Dauntless had geplaatst, was het model in feite af. Dus heb ik vanmorgen gebruik gemaakt van een droog moment en weinig wind, om een eerste handstartje te maken. Eerst had ik de motor uitgeprobeerd, en die liep prima. Hij wou alleen niet starten met de Peck propeller die ik er eerst had opgezet, de prop sloeg steeds los. Te weinig vlees aan de achterkant wat tegen de propdriver aan zit. Dus heb ik een lichtgewicht Gasparin prop gebruikt. Ik dacht dat die te lang was, met een diameter van 7 inch (18 cm), maar de Dauntless had met die prop zelfs nog een paar mm. grondspeling. Ook had ik de motorkap al uitgehold, er ging dankzij de Dremel met het schuurtonnetje 2 gram aan balsa in stof op. Vliegklaar gewicht was 52 gram. Afijn, op naar een veldje in de buurt. En ik zag bevestigd wat ik al dacht: het zwaartepunt ligt toch nog te ver naar voren, zodat de Dauntless zijn identiteit als duikbommenwerper ook in modelvorm volledig waar maakte. Terug thuis het model afgedroogd (het gras was natuurlijk wel nat) en de motor er uit gehaald. Vervolgens door de neus in de romp meer ruimte gemaakt, en de tank zo ver mogelijk naar achteren gefoefeld. In plaats van vrij dicht achter de motor zit de tank nu zo ver naar achter als maar gaat. En, nu de motor gedemonteerd was, kon ik ook het neusblok in de romp uithollen. Weer een gram balsa weg. Helaas is dat niet genoeg... Dus moet er ballast in de staart. Probeersel met Blue Tack spul wijst uit dat 1 gram genoeg is, dat overleven we nog wel. Maar misschien kan ik beter een steviger stabilo bouwen, de huidige weegt nog geen 2 gram. We zullen zien. Eerst nog maar een droog, rustig momentje afwachten voor verdere probeersels.
Gister was er weer een rustige ochtend, dus heb ik weer een paar proefstarts kunnen maken. Toen bleek al gauw dat het zwaartepunt toch verder naar achteren moest, er kwam uiteindelijk nog 2 gram ballast bij. Handstarten met zo'n licht model blijft lastig. Maar nu heb ik een redelijk idee van waar het zwaartepunt moet zitten, en weet ik dat de motor redelijk loopt. De afstelling van de motor moet ongetwijfeld nog aangepast worden. Ook bleek dat het richtingsroer nogal krachtig is. Het natte gras is echter niet erg goed voor de arme Dauntless! Omdat ik niet van ballast houdt, maar wel van uitgekiende constructies, ben ik maar begonnen om een steviger en dus zwaarder stabilo te bouwen. Hier zit nogal wat meer hout in dan het origineel! Inmiddels in vorm geschuurd weegt het onbekleed al twee gram, dus iets meer dan het afgewerkte origineel. En krom trekken hoef ik niet bang voor te zijn.
Tijdens het wachten op het drogen van het bevochtigde tissue van het nieuwe stabilo, een laatste detailklusje aangepakt, namelijk de code op de romp. Ik had eerder een stukje tissue gespanlakt en grijs gespoten. Dat had ik al deels gebruikt om het framewerk op de cockpitkap aan te geven, maar ik bedacht dat ik daar ook de codeletters en - cijfers uit kon snijden. Dus heb ik een letter S van het juiste lettertype en grootte gekopieerd, en een stukje papier met die letter uitgesneden. Daar twee laagjes grijs geverfd tissue onder gelegd, en de letter met een scalpel en een gloednieuw mesje uitgesneden. De code die ik heb uitgekozen is S-11, leek me wel een toepasselijke keuze voor dit project. En de 11 kwam ook goed uit! De code wordt met EZE dope op de romp geplakt, om de verf niet aan te tasten. Details zoals de radiomast en antennedraden, laat staan de pitotbuis, laat ik maar achterwege totdat de Dauntless zijn trimsessie heeft overleefd.
Nou, de Dauntless is klaar voor de IIFI! Helaas zal het niet meer lukken om buiten een proefvlucht te maken, met de weersverwachting voor de rest van de week. Dus ik ben benieuwd! Tussen het bouwen aan de Dauntless door heb ik stiekem een ander model, waar ik al jaren geleden aan begonnen was, verder afgemaakt. De eerste reserve! Want ja, laagdekkers zijn wat lastiger te trimmen dan hoogdekkers. Het is ook een Comet, en van de tekening heb ik al eerder een goed vliegend model gebouwd, dus zodoende. In dit model, de Curtiss Robin, zit een Telco CO 2 motor.
Beide modellen erg fraai Henk. Je hebt op vrijdag veel tijd om te trimmen. En voor de sessies ook nog...
We hopen er het beste van. Maar vorig jaar had ik een nieuwe Gannet die absoluut niet binnen de grenzen van de hal wilde blijven, dus ik blijf het spannend vinden.....
De Dauntless heeft de IIFI overleefd, maar helaas niet zonder kleerscheuren. Het trimproces was niet gemakkelijk, omdat twee van mijn aannames niet klopten: ten eerste dat de Dauntless, als laagdekker, minder domping nodig zou hebben dan een hoogdekker. Dit klopt wel met de theorie, de krachtlijn van de motor moet altijd boven het verticale zwaartepunt lopen, en een laagdekker heeft een lager gelegen verticaal zwaartepunt dan een hoogdekker. Maar zodra de experts de Dauntless in de gaten kregen, waren ze unaniem: je hebt te weinig domping! En dat bleek te kloppen. Ten tweede dat de linkervleugel minder negatieve tipverdraaiing moest hebben dan de rechter. Dat is om de linkerbocht die het model vliegt niet te steil te laten zijn. Maar zodra de Dauntless boven het grondeffect uit steeg, rolde hij naar rechts! Deze verkeerde instellingen zorgen ervoor dat de Dauntless niet altijd weer zachtjes op de vloer van de hal terecht kwam. En toen bleek dat de vleugelconstructie te zwak is. De enkele hoofdligger, van maar liefst 1,5 x 1,5 mm, kon de stress niet aan, en bleef breken. De eerste twee keer heb ik de breuk gerepareerd door een luikje in het tissue van de onderkant te snijden en de breuk met een extra stukje 1,5 x 1,5 te versterken, maar toen het weer gebeurde heb ik het model maar teruggetrokken, om verdere schade te voorkomen. Dus nu is het tissue van de onderkant van de vleugel afgehaald, en wordt de ligger versterkt. Toch is de toekomst van de Dauntless rooskleurig. Het model heeft zeker de potentie om goed getrimd te kunnen worden, los van de vleugel is de constructie robuust genoeg en toch licht, en het model kreeg veel positieve reacties. De motor, een Gasparin 120 is sterk zat en het opvallende is, dat voor in de zaal een gaslading genoeg is! Op een vloeibare lading loopt hij veel te lang. Naast de vleugelversterking moet er ook nog een nieuw stabilo komen (het derde....) met losse hoogteroeren. Het losse en dus instelbare richtingsroer bleek van grote waarde, en in de trimvluchten voordat ik besloot er een punt achter te zetten, bleek dat de Dauntless een beetje UP kon gebruiken. Ik heb daarvoor ter plaatse de roeren uit het stabilo gesneden, waarbij ik het balsa in de lengterichting maar half heb doorgesneden om zo de roeren een beetje UP te kunnen buigen zonder dat ze helemaal los kwamen. Dit heb ik vaker bij modellen gedaan, en het werkt als noodmaatregel goed. Maar losse roeren is natuurlijk beter. In de wedstrijd heb ik terug kunnen vallen op de Curtiss Robin, die op vrijdagmiddag ook geheel maagdelijk de hal binnen kwam. De meer dan 40 jaar oude Telco motor moest nog wat los komen, eerst had hij absoluut geen vermogen en als je de compressie verhoogde begon hij te blazen, maar blijkbaar is er op een gegeven moment iets soepeler gaan draaien, of iets van oude meuk los gekomen. Dat had ik niet meteen in de gaten met als resultaat dat de Robin als een raket naar het plafond koerste en schade opliep, maar daarna ging de motor veel beter, bleek de Robin gemakkelijk te trimmen en heb ik me kunnen kwalificeren. Iets waar ik erg blij van werd.
. Ik heb de Douglas SBD Dauntless CO2 afgelopen weekend in Nijmegen mogen bewonderen. Mooie kist! Jammer van de vleugelligger, maar fijn dat het repareerbaar/aanpasbaar is! De Robin CO2 vloog mooi ik heb er filmpjes van geschoten. Ik dacht dat je ook in rubber schaal meevloog met een Piper Cub of vergis ik me? Groeten, Ramses .
Ik vloog inderdaad met een Piper Cub Cruiser mee in Open Schaal Rubber, en met een Comet Taylorcraft in Kit Scale, ook met rubber. Beide modellen vlogen goed, maar dat verwachtte ik wel omdat ze al eerder hebben meegedaan. Nu ik met de Dauntless toch met de onderkant bezig was, heb ik meteen maar het papieren vloeistuk achter de vleugel weggehaald. Dat wou nooit erg goed passen, en omdat het van papier was, ging het onder invloed van de lak bobbelen. Dus heb ik het weggesneden en wordt het vervangen door zeer licht 1 mm balsa. Het volgende punt was het stabilo. Op de foto hierboven is te zien dat ik het oude stabilo aan de onderkant had ingesneden om er een beetje UP in te kunnen buigen. Maar een stabilo met losse roeren is natuurlijk beter. Naast te weinig domping bleek ook dat, als ik domping toevoegde door iets achter de bovenkant van het carter te leggen, de propeller te dicht tegen de onderkant van de neus kwam. De motor moest dus ook nog naar voren. Op deze foto is te zien dat ik een stukje 3 mm triplex taps heb geschuurd en tegen het bestaande motorschot heb geplaatst. Daarmee sla ik 3 vliegen in 1 klap, de derde is dat het motorschot wat aan de zwakke kant bleek te zijn. Nieuw probleem is dat de 1,2 mm schroefjes die bij de motor zitten, nu te kort zijn. En langere heb ik niet. Dus zal ik moeten overstappen op die zware 1,6 mm krengen! Maar daarvoor zijn de bevestigingsgaatjes in de motor te klein, dus dat betekent uitboren!