Inlichtingenveiligheid.
In welk opzicht is de enige operatie van Bismarck beïnvloed door fouten of stommiteiten op het gebied van inlichtingenveiligheid? Speurend in de diverse artikelen kom je uit op aardig wat zaken. Maar nogmaals: met “the benefit of hindsight” is het makkelijk om terug te kijken; op diverse Internetfora zie je dan ook discussies met als thema “…als dit, dan dat…” Hoe dan ook: er zijn beslissingen genomen die later van invloed zijn geweest op de gebeurtenissen.
Voor de oorlog.
De Engelsen waren uiteraard al tijdens de bouw op de hoogte van het bestaan van Bismarck en Tirpitz. Over de exacte grootte van de schepen tastte men wellicht in het duister, maar reken er op dat de deskundigen in Whitehall er niet ver naast zaten met hun schattingen over tonnage en soort bewapening van deze schepen. De Duitsers maakten een filmjournaal o.a. over de te waterlating van de Bismarck. Die journaals werden ook door Britten bekeken; het schip werd immers te water gelaten op 14 februari 1939. De oorlog was nog niet begonnen en vele Britten, werkend in Duitsland, zullen die journaals gezien hebben. De verdere afbouw van het schip, aan de afbouwkade van de werf Blohm & Voss te Hamburg zullen zij ook gevolgd hebben totdat de oorlog uitbrak. Daarna zal het een stuk moeilijker geworden zijn; “Boots on the ground” op een marinewerf is in vredestijd al moeilijk; in oorlogstijd natuurlijk helemaal een probleem, zeker in Nazi-Duitsland.
De oorlog is begonnen; aan de kade in Hamburg of in de Oostzee.
In de diverse perioden dat het schip aan de afbouwkade ligt en de bewapening aan boord is, neemt het deel aan de luchtafweer van Hamburg. De RAF is op de hoogte van het feit of het schip in Hamburg ligt of niet. In het najaar van 1940 en het voorjaar van 1941 is het schip afwisselend in de Oostzee voor de opwerkperiode en in Hamburg. Trainen doet de bemanning grotendeels in de Oostzee: dit water is uiterst goed beschermd, en vooral de wateren rond Gotenhafen zijn een ideale plaats om uitgebreide trainingen te doen: zowel beschermd tegen de elementen (door lange schiereilanden die de golfslag breken) als beschermd tegen Engelse vliegtuigen (door de afstand: Engeland had weinig vliegtuigen die succesvol een retourtje Gotenhafen konden maken).
Vertrek richting Noordzee.
Uiteindelijk vertrekt het schip vanuit Gotenhafen richting Noordzee. Tijdens het vertrek vanuit Gotenhafen speelt de boordkapel het lied “Muß i' denn”. Een lied wat traditioneel gespeeld werd als een schip op reis ging. Ook daaruit kon men afleiden dat “het” nu ging gebeuren. De bemanning begreep de hint in ieder geval; Baron von Müllerheim-Rechberg, de 4e Artillerieofficier aan boord en overlevende, schrijft in zijn memoires dat het hem bevreemdde dat dit lied gespeeld werd. Het duidde immers duidelijk op een vertrek voor langere tijd? Elke spion zou de hint begrijpen!
Route naar de Noordzee
19 Mei 1941: Admiraal Lütjens kiest ervoor om Bismarck en Prinz Eugen de passage tussen Denemarken en Zweden te laten nemen, via de Sont en het Kattegat. Een vreemde keuze als je dit bekijkt vanuit veiligheidsperspectief. Een veiliger route zou het Kielerkanaal zijn; Bismarck was daar in September 1940 ook al doorheen gevaren, toen het schip vanaf Hamburg richting Oostzee voer voor de opwerkperiode.
In December 1940 werd dezelfde route terug richting Hamburg genomen. De bemanning was dus bekend met het Kielerkanaal. Waarom dan de Sont? Wellicht omdat de route was opgedragen door de Duitse Marineleiding; de uitgang van het Kielerkanaal is door de Engelsen vrij simpel onder observatie te houden.
Het Kieler Kanaal ten opzichte van de route om Denemarken heen.
Hoe dan ook: als het eskader (Bismarck, Prinz Eugen en drie jagers) de passage noord van Denemarken maakt, wordt het opgemerkt door een groot aantal Deense vissersschepen. En ondanks dat de Marineleiding het gevaar voor “verraad” minimaal acht, worden op Bismarck en Prinz Eugen de kijkers vaak en wantrouwend op de vissers gericht. Op 20 Mei om 13:00 vaart het eskader gedurende een aantal uren bijna evenwijdig met de Zweedse vliegtuigtender Gotland die in Zweedse territoriale wateren vaart.
De Zweedse vliegtuigtender Gotland.
Ook dit schip wordt wantrouwend bekeken. Weliswaar zijn de Zweden neutraal, maar… Vanaf de Gotland wordt er ook wantrouwend naar de Duitse schepen gekeken. Zijn Bismarck en Prinz Eugen een voorbode van een invasiemacht richting Zweden? Het Zweedse ijzererts is uiterst belangrijk voor de Duitse oorlogseconomie, en het is niet ondenkbaar dat Duitsland de levering van ijzererts veilig wil stellen door Zweden binnen te vallen. In ieder geval seint de Gotland de passage van het Duitse eskader naar Stockholm. De Gotland blijft het Duitse eskader zo lang mogelijk schaduwen.
Stockholm
Deze stad was in de oorlog een broeinest van spionage. Van alle partijen: Duitsers, Britten, Amerikanen, Russen… Allemaal hadden ze hun ambassades in de stad met de bijbehorende militaire attachés. De ambassades waren na het uitbreken van de oorlog fors uitgebreid met diverse “vage” lieden. Weliswaar met een diplomatieke status, maar in feite waren het geheim agenten. De Zweden moesten spitsroeden lopen om te zorgen dat hun neutraliteit gewaarborgd bleef. Contacten met de Engelsen, maar ook met de Duitsers moesten zeer formeel verlopen, anders was er al snel een diplomatiek incident. Na de melding van de Gotland werd deze bewust “gelekt” naar de Britse Militair attaché, Captain Henry Denham. Hij seint even later de volgende boodschap naar Londen: "Kattegat, today 20 May. At 1500, two large warships, escorted by three destroyers, five ships and ten or twelve planes, passed Marstrand to the northeast. 2058/20." Op de Britse Admiraliteit wordt alles en iedereen gemobiliseerd.
Christiansand
Admiraal Lütjens besluit om een nieuwe vaarroute door de mijnenvelden te nemen die de ingang van het Skagerrak versperren. De bekende routes door de mijnenvelden kunnen makkelijk onder waarneming van een Britse onderzeeër zijn.
Bismarck, gezien van af een van de mijnenvegers gedurende de vaart door het Kattegat.
Zijn koers voert hem binnen zichtafstand van de Noorse plaats Christiansand. Op 20 mei, rond zonsondergang wordt het eskader gespot door Viggo Axelssen, een lid van de Noorse ondergrondse. Via een vriend van hem wordt de waarneming naar Londen doorgeseind. De Britten hebben nu een bevestiging van de melding van Denham. De Duitsers stomen door, richting Bergen.
Luchtverkenning
De Britten hebben ondertussen de RAF op alert gezet en op 21 Mei krijgt een Britse vlieger in een verkenningstoestel de opdracht om de Noorse kust af te speuren naar het Duitse eskader. Deze vlieger, Luitenant Michael Suckling, vliegt in een speciaal aangepaste Spitfire: lichtblauw gespoten, met als enige bewapening de verticaal opgehangen camera. Hij komt rond 13:15 boven de Korsfjord in Bergen en fotografeert Bismarck vanaf een hoogte van 26.000 voet. Rond 14:15 landt hij op vliegveld Wick in Schotland, waarna zijn films onmiddellijk ontwikkeld en afgedrukt worden. Het zijn bijna de meest beroemde foto’s uit de 2e Wereldoorlog.
Een van de beroemde foto's van Suckling. Hieronder een stukje zeekaart van de Grimstadtfjord, met de ligplaats van de Bismarck.
(Overigens blijven de foto’s lange tijd geheim; Baron Von Müllenheim ziet ze pas na een aantal jaren als hij al lang in Canada in een krijgsgevangenkamp verblijft.) Bismarck en Prinz Eugen vertrekken om 17:00 op 21 Mei, gedekt door mist. Rond diezelfde tijd ontvangt Bismarck een bericht uit Duitsland, door de inlichtingendienst onderschept: Britse vliegtuigen worden geïnstrueerd op om alert te zijn op twee slagschepen en drie torpedojagers vanuit Bergen op Noordelijke koers. Rond 20:00 varen de schepen de fjorden uit en rond 23:40, buiten het zicht van de Noorse kunt zetten ze koers op 0 graden: pal noord dus.
Negatief bericht is ook bericht
In de nacht van 21 op 22 Mei doet de RAF een volgende poging om het eskader te ontdekken: bommenwerpers krijgen opdracht naar Bergen te gaan. Uiteindelijk lukt het één bommenwerper om Bergen te bereiken; die ziet alleen maar een lege fjord. Bismarck is vertrokken! Koers onbekend, bestemming vrijwel zeker de Atlantische Oceaan.
Kortom: alle voorzorgsmaatregelen ten spijt weten de Britten dat Bismarck "en een zware kruiser" op het punt staan de Atlantische Oceaan op te varen.