Maar Brutus, als jouw verhaal waar is, waarom moet ik dan 60 gram lood onder mijn model van het vuurschip South Goodwin hangen omdat het anders omdondert terwijl de echte wel rechtop bleef?
Dat heeft te maken met (bijvoorbeeld) dat het materiaal van "alles boven de waterlijn" om het maar even cru te zeggen, in verhouding gewoon ridicuul zwaar is.
Alweer: dat is een gevolg van dat de dingen niet 1:1 naar beneden schalen, maar dat betekent NIET dat de theorie niet meer klopt.
Om je een voorbeeld te geven (ik vaar zelf als machinist op zee, ik heb voor die dingen moeten leren omdat ik ook ooit mijn stuurmanspapieren heb gehad):
Het schip waar ik op vaar heeft een ontwerp-waterverplaatsing van ruwweg 6500~7000 ton, en het lege schip weegt zo om en nabij 1500 ton.
Dat is 1500 ton ijzer en staal. De opbouw (het stuk wat flink hoogte heeft) zal alles bij elkaar mischien 100 ton wegen.
Zou je dat scheepje 1:100 nabouwen, dan kom je uit op een waterverplaatsing van ongeveer 6,5~7 kilo, en MISCHIEN kom je uit op een gewicht "leeg schip" van rond de 1,5 kilo, wie zal het zeggen? Waar je met zekerheid NIET op uit gaat komen, is dat die opbouw maar 1/15e van het totaal gaat wegen. Dat heeft gewoon te maken met de beschikbare materiaaldikte en andere zaken, die gewoon niet op schaal reproduceerbaar zijn.
Verdiep je maar eens in de originele constructietekeningen van jouw vuurschip, en weeg maar eens wat onderdelen, dan ga je zien dat in verhouding, de lichtopstand en opbouw van het model veel zwaarder zijn dan van het origineel. Ofwel, het zwaartepunt van de lege constructie ligt onevenredig hoog. En ja, dát moet je compenseren met die klont lood onderin.
MAAR: die hele theorie van "vorm onderwaterschip" en "oppervlakte/vorm waterlijn", de ligging van het opdrijfpunt en diens verschuiving bij hellingshoek (resulterend in een metacenterhoogte),
die kloppen nog wel!\
Het is dus niet een kwestie van "modellen gedragen zich anders", want al die theorie die klopt gewoon. Het is een kwestie van "de parameters gedragen zich
niet conform de schaalverhouding".
De viscositeit van water en lucht verschalen ook niet. Die blijven hetzelfde, maar dat betekent dat bijvoorbeeld modelschepen, en met name schaalmodellen van vrachtschepen met hun hoge masten, kranen en tuigage relatief véél meer last hebben van helling door wind. De lucht is namelijk "te dik" en heeft onevenredig veel vat op al die schaaldetails, en dat wordt ook al niet bevorderd door het bovengenoemde probleem met dat de gewichtsverdeling niet "schaal" is.
Modellen zijn gewoon niet hetzelfde als het echte schip.
Dat kan je toch niet beweren?
Dat beweer ik ook niet. Goed lezen. Ik beweer dat de NATUURKUNDE erachter hetzelfde is. Dat model en schip EXACT dezelfde regeltjes volgen.
De kW/ton (miliW/gram) klopt, meestal , niet.
Neuh, maar het klopt juist weer WEL als je meerekent dat de viscositeit van het water niet verschaalt, en de rompweerstand enorm toeneemt vanwege de veel lagere rompsnelheid, en meerekent dat een schip wat twee keer zo zwaar is, maar wortel twee keer zoveel nat oppervlak heeft. Ofwel een schip van 7000 ton heeft per kilo gewicht véél minder nat oppervlak dan het schaalmodel van datzelfde schip van 7 kilo (schaal 1:100. Honderd keer zo groot, 1 miljoen keer zo zwaar maar slechts tienduizend keer zoveel nat oppervlak).
Dus ja... je kunt WEL zeggen dat modellen gewoon hetzelfde zijn als het echte schip. Zolang je maar weet hoe je de parameters moet verschalen.