Injekteur
Hardsoldeerbranders zijn autogeenbranders.
In principe zijn autogeenbranders Acetyleen met zuurstof.
Bedoeld om autogeen mee te lassen.
Autogeenlassen wil zeggen werkstuk metaal smelten en met elkaar in een smeltbad brengen.
Dit smeltbad is dan de autogene las.
Dit smeltbad is alleen te maken met acetyleen-zuurstof.
Alle andere gascombinaties hebben niet de vereiste smelttemperatuur van 3200 graden Celsius.
Autogeenbranders zijn injecteerbranders.
Autogene lasvoorstukken:
Bedoeld voor acetyleen-zuurstof bij autogeen lassen.
Acetyleen-zuurstof voorstukken zijn ook bruikbaar met propaan-zuurstof.
Propaan-zuurstof voorstukken zijn niet bruikbaar voor acetyleen-zuurstof,
ze willen onmogelijk branden.
Hardsolderen met autogene branders is mogelijk met:
Propaan-zuurstof, acetyleen-zuurstof, waterstof-zuurstof.
Het fenomeen injecteur brander:
De gassen uit beide gas reduceren worden via de zuurstof en gasslang naar het handgreep gebracht.
Het handgreep heeft een kraan gas en een kraan zuurstof.
Deze kranen zijn de afsluiters voor de gassen maar tevens ook de gasregelaars waar de vlam met geregeld word. Op het zogenaamde lasvoorstuk staat een nominale zuurstofdruk ingeslagen die geldt voor dit merk en type lasvoorstuk.
Deze zuurstofdruk stel je vooraf al in op het zuurstof reduceer, bijvoorbeeld 2,5 bar.
Links, complete aansluitstuk van een lasvoorstuk. Midden, injecteurs uitgeschroefd. Rechts, een doorsnede van het aansluitstuk met de injecteur.
Bij de workshop zaten er op de propaangas flessen 50 Mbar gas reduceren.
50 Mbar is ruim voldoende propaan om zelf het grootste lasvoorstuk met het nummer 6 goed te laten branden. Het gevolg van deze vrij lage aangevoerde gasdruk is dat op het handgreep met de gasknop een groot en precies regelbereik ontstaat.
Op de uitgaande kant van het handgreep word het lasvoorstuk ingestoken.
Gas en zuurstof worden gescheiden in de injecteur geleid.
Zuurstof spuit met de hoogste druk in de halspijp.
Aan de zijkant van de injecteur zijn gas geleide groeven gefreesd.
De hoge zuurstofdruk zuigt het propaan mee de halspijp in.
De halspijp is nu de mengbuis om een brandbaar gas-zuurstofmengsel te maken.
Op het einde van de halspijp zit een phosphor koperen mondstuk.
Dit mondstuk heeft een conische boring om het gas-zuurstofmengsel puntvormig naar buiten te lijden.
Aan het mondstuk hangt de vlam.
Een bepaald lasvoorstuk nummer kan een bepaalde vlamgrote maken.
Deze maximale vlamgrote per nummer kan wel kleiner gemaakt worden.
Dus heb je een lasvoorstuk nummer 6 kun je daarmee ook een vlam maken zoals een nummer 5 of 4 of 3.
Bij dit soort autogeen branders zit de begrenzer/injecteur altijd in het lasvoorstuk.
Het lasvoorstuk is een wisselstuk met ieder haar eigen maximale vlam.
Opboren;
De maatvoering van de onderdelen bij een bepaald lasvoorstuk horen onlosmakelijk bij elkaar.
Soms hoor ik van mensen die het mondstuk of de boring in de injecteur willen opboren.
Nooit doen, hoe wil je dat doen, naar welke nieuwe maat, met welke reden?
Is het mondstuk beschadigd, koop eenzelfde nieuw.
Is een injecteur beschadigd, koop eenzelfde nieuw.
Ga je boren dan zijn de op elkaar ingestelde boringen niet meer in de juiste verhouding tot elkaar.
Het lasvoorstuk zal in bijna alle gevallen niet meer branden.
Alles voor modelbouw,
Willum