@Bart
Peter, waar komt die zijdelingse instroming volgens jou vandaan?
Zie ook de Antwoorden van Dirk en Arno in posts #44 en #45.
Het is niet alleen de thermiek die van de grond vertrekt die aangevuld moet worden met zij-instromende lucht, maar ook, omdat, zolang het temperatuurverschil met de hoogte toeneemt de thermiek sneller gaat stijgen waardoor ook op grotere hoogte extra zij-instromende lucht nodig is.
Op de grond is dit heel duidelijk merkbaar: streamers vallen stil, of draaien ‘tegen’; de wind in naar het centrum van de bel.
Wat je ervaring betreft: je weet dan ook dat interpretatie in de lucht erg bedrieglijk kan zijn.
Als je systematisch naar de ‘opgeworpen’ kant draait en dat blijkt dikwijls succesvol wil dat nog niet zeggen dat draaien naar de andere kant niet succesvol zou zijn geweest of zelfs beter. Ik durf het tegen jou bijna niet te bekennen maar ik ben ook enige jaren ’luiervlieger/parapentist geweest en mijn instructeur zei altijd: if your meter says Biep: you turn immidiately and start to circle; if it says Bop you get the hell out in a striaght line’ en dat werkte feilloos Het viel mij wel op dat de interpretatie of je stijgt of daalt zonder meter erg onbetrouwbaar was.
Dan over het opwerpen aan een kant: persoonlijk geloof ik niet dat de verschillen over de ons gebruikelijke spanwijdten groot genoeg zijn voor dit effect en dat opwerpen een juiste term is in dit verband.
Wat we wellicht vergeten is dat een vleugel vooruit vliegt en in jullie voorbeeld te maken krijgt met een tijdelijke opwaartse gradiënt: voorbeeld: snelheid 10m/sec, lift waar we plotseling en eenzijdig in terecht komen 1m/sec: het gevolg zou dan zijn een asymmetrische kortstondige flinke invalshoekvergroting van bijna 6 graden.
Mogelijkheid 1: vleugel overtrekt deels: valt dus weg en het opgaan van de andere vleugel zou dus al een misinterpretatie zijn.
Mogelijkheid 2: vleugel lift, maar zal ook direct ‘haken’, snelheid verliezen en alsnog wegvallen: de tegenliggende vleugel zal dan meer lift hebben, ook nog door slip en op zijn beurt omhoog komen, alleen als je die dan als de opkomende vleugel ziet draai je dus in deze interpretatie alsnog de verkeerde kant op. (het is als sturen met alleen down-aileron)
Omdat een vliegtuig maar kortstondig op een gradiënt reageert en dan een hernieuwde stabiele vliegtoestand wil aannemen geloof ik hier niet zo in.
Ongelijke tijdelijke liftverdeling van deze orde geeft naar mijn mening vooral wat geslingerd en bokkig vlieggedrag waar je eigenlijk qua richting niet veel uit kunt concluderen, ook niet bij grote spanwijdten.
Stel je nu eens het volgende (proefondervindelijk gedaan) een ballonnetje met lucht voor die in de buurt van een bel is.
De zijwaartse instroom zal het ballonnetje naar de bel toedrijven en als hij er weer uit zou raken hem ook weer terug drijven: uiteindelijk perfect centrerend zonder enige besturing.
Neem nu een constant cirkelende zwever: ook die gaat net al een ballonnetje (je kunt de zwever inclusief zijn cirkelvormige baan zien als een samenhangend systeem) naar het centrum van de bel en zal ook steeds weer naar het midden teruggedreven worden.
Alles wat je hier aan gaat sturen kan het alleen maar verpesten.
Wat hier wel een rol speelt is volgends mij het volgende: een kist die rechtuit vliegt door het instroomgebied ondervind een constante gradiënt in het horizontale vlak en wel van buiten naar binnen in de bel.
M.a.w. als de kern links zit wordt je steeds schuin van rechtsvoor aangestroomd, dus terwijl je vlak vliegt slip je eigenlijk
Hierop zal je buitenvleugel (V stelling, maar ook vlakke vleugels hebben rolstabiliteit, dit is wellicht een ander onderwerp) liften en een linkerbocht ingaan naar het centrum.
Dat is wat ik bedoel: je wordt er niet uitgegooid, maar ingedraaid.
Hierop is het thermiek zoeken van vrije-vluchtmodellen gebaseerd:
Deze zijn namelijk, vooral door een klein kielvlak bijna richtings indifferent.
Afgesteld in een vrij grote bocht zal een VV kist bij een verstoring als boven een snellere kleinere cirkel gaan draaien en daar maar weer traag uit terugkomen.
Die kleinere cirkel drift noodwendig naar het centrum van de thermiek.
@lepcraM. Je opmerking ja met vrije vlucht merk je natuurlijk niet echt of een kist goed centreert of niet, doet mij vermoeden dat je niet erg op de hoogte bent met de vrijevlucht wedstrijdpraktijk, maar excuus als ik dat verkeerd zie.
Ik denk dat als iemand wedstrijd na wedstrijd reeksen van 5 vluchten thermiek-maxen draait je er van uit mag gaan dat zijn kisten goed centreren.
De relevantie van de rest van je verhaal ontgaat mij trouwens.
De kern van mijn betoog is eigenlijk dat ik stel dat er veel misinterpretatie is bij de ‘sturende’ zweefvliegers die met knuppelen meer teniet doen dan dat ze helpen en dat er van het gedrag dat vrijevlucht zweefkisten vertonen nog wat te leren is.
Dit terug gebracht tot mijn persoonlijke aanbeveling: bij vermoeden van lift: relatief kleine strakke cirkels draaien en vrij snel om van overtrekgedrag af te blijven.
Dit dan gewoon volhouden en pas bij evident fout zitten corrigeren: je weet immers niet waar het centrum zit, maar de zijinstroming weet dit wel: laat die het werk doen.
Een eerste cirkel de verkeerde kant is meestal niet zo erg omdat die toch ook al de goede kant op zal driften.
Wil een kist per se niet een bepaalde kant op, dan moet je zeker de andere kant op: je bent dan tegen de zijdelinkse instroom aan het vechten.
Sorry, weer een lang betoog; ik hoop dat er nog iemand wakker is.